
De lente van 1891 begint met de tentoonstelling van de Brusselse 'Cercle Artistique et Littéraire'. Die kring is opgericht in 1847 en de leden ontmoeten elkaar in een eigen lokaal in de Koninginnegalerij 10. De idee voor die C.A.L. was enkele jaren voordien al gerijpt binnen de 'Cercle des Arts', een ander initiatief van schilders, grafici, en schrijvers die regelmatig van gedachten wisselden in 'Le Chasseur Vert', een taverne in Elsene.

Op een veilingsite op het Internet werd deze ledenpenning in verguld koper aangeboden. De diameter is 30 mm en de naam Stevens,is er duidelijk later in gegraveerd, wat erop duidt dat ieder lid een gepersonaliseerde penning kreeg.
Deze was waarschijnlijk van de schilder Alfred Stevens (1823-1906). Ook de penning van zijn collega Isidore Verheyden (1846-1905) werd al te koop aangeboden.
De Cercle had daarna zijn eigen tentoonstellingslokaal, o.a. in de Regentschapslaan, in het Broodhuis aan de Grote Markt, en in de Leopoldstraat. Vanaf 1871 neemt de vereniging definitief zijn intrek in de Vaux-Hall in het Warandepark, waar ze in 1872 een eerste keer een groepstentoonstelling organiseert met werk van uitsluitend leden-kunstenaars. Dat wordt vrij snel een terugkerend gebeuren in het voorjaar waarop men, in latere edities, ook buitenlandse collega’s uitnodigt.
23.04.1891 | LE SOIR


In Berlijn hebben ze iets te vieren: het 'Verein Berliner Künstler' bestaat 50 jaar en houdt een tentoonstelling waar Jef Leempoels in zaal 42 zijn triptiek 'Voor mijn dierbare ouders' voorstelt.


De overdreven sentimentaliteit van het werk, die sommige kunstcritici stoort, is duidelijk niet aan Leempoels zelf verspild: ook bij een jonge artiest moet er dagelijks brood op de plank komen en dus is het werk te koop. Daarom staat er een kruisje † achter de titel (typografen noemen dat een 'obelisk').

Later dat jaar staat de 'Salon van Antwerpen' op het programma. Leempoels’ 'Vision cruelle' roept daar zeer gemengde gevoelens op.
'Vision cruelle' is de titel waaronder het werk het best bekend is, maar voluit heet het werk: 'Vision, vision cruelle, pourquoi, dans mes nuits d’enfance, m’as-tu si souvent épouvanté ? Pourquoi ?'. In het Nederlands is dat vertaald als 'Verschijning, vreeselijke verschijning, waarom hebt gij mij in de nachten mijner kindsheid zoo dikwijls gekweld? Waarom?'
Dat kan vandaag belachelijk lijken, maar in die tijd hadden vrij veel werken een soort van ondertitel. Die extra uitleg moest het de kijkers duidelijk maken wat het werk precies verbeeldde; iets dat voor een aantal van de symbolisten zeker niet overbodig was.
13.08.1891 | LE PATRIOTE

18.09.1891 | LE JOURNAL DE BRUXELLES

27.09.1891 | ALGEMEEN HANDELSBLAD

04.10.1891 | ALGEMEEN HANDELSBLAD


Dat er ook anno 1891 al enige rivaliteit bestaat tussen Antwerpen en Brussel, blijkt uit onderstaand artikel in 'Het Handelsblad'. De originele 'Revue Générale' van 1891 zit niet in het archief van de KBR, maar het is duidelijk dat ze in Antwerpen gepikeerd waren door het verhaal van 'Monsieur Kaiser'...
10.11.1891 | HET HANDELSBLAD

Ter info: de 'Revue générale belge' werd opgericht in 1865 en verschijnt vandaag nog steeds. Daarmee is het één van de langstlopende Belgische tijdschriften. De oprichter, Édouard Ducpétiaux, een vurig unionist, had de idee om de katholieke partij een orgaan voor politieke en culturele bezinning te geven. De Revue générale bood haar lezers vooral een kroniek van het Belgische en internationale politieke leven, maar ook artikels over literatuur, wetenschap, kunst, economie, waarden, godsdienst, enz.


Comments