
Het is voorjaar 1893 en in Parijs opent de Salon zijn deuren. Zoals gewoonlijk zijn er nogal wat Belgen vertegenwoordigd op de Champs Elysées. Jef Leempoels stuurt twee werken: zijn diptiek 'Chacun veut en sagesse ériger sa folie' en zijn 'Vision cruelle' die beide al in België te zien waren, maar nog niet eerder in Frankrijk.
Jef krijgt een eervolle vermelding, maar de catalogus vermeldt spijtig genoeg niet voor welk van beide werken. Meer dan waarschijnlijk is het voor “Chacun veut…”
In de catalogus staat intussen wel netjes vermeld dat “Vision” eigendom is van de Belgische staat.
De diptiek krijgt een * voor de titel en dat betekent dat het werk (nog altijd) eigendom is van de kunstenaar. Of – voor een goed verstaander – er valt over de prijs ervan te discussiëren.

Hieronder volgen verschillende stukjes uit zowel Belgische als Franse kranten die de twee werken op eigen(zinnige) toon bespreken en aan hun lezers voorstellen. Geniet mee van de vaak tegenstrijdige opinies:
29.04.1893 | JOURNAL DES DÉBATS POLITIQUES ET LITTÉRAIRES

29.04.1893 | LA MEUSE

29.04.1893 | PARIS

30.04.1893 | L'OBSERVATEUR FRANÇAIS

02.05.1893 | JOURNAL DE BRUXELLES

08.05.1893 | L’OBSERVATEUR FRANÇAIS

15.05.1893 | L’UNIVERS

01.06.1893 | GAZETTE DES BEAUX ARTS

12.06.1893 | LE COURIER DE PARIS

Om deze editie van de "Champ de Mars" af te sluiten, een recensie van ene "C." in de Oostenrijkse “Allgemeine Kunst-Chronik” van Wilhelm Lauser. Hij ziet in Leempoels’ werk satire en modernisme die vernieuwing brengen in de stoffige en oubollige zalen. Brutaal, noemt hij het, en van een ongekende impact…
15.06.1893 | ALLGEMEINE KUNST-CHRONIK

Op 1 mei opent aan de andere kant van de oceaan de "World's Columbian Exposition" (AKA Chicago World's Fair) om de 400e verjaardag van de aankomst van Christoffel Columbus in de Nieuwe Wereld in 1492 te vieren. Na een stevige competitie met andere steden, waaronder New York City, Washington, D.C., en St. Louis, had Chicago het recht gewonnen om de tentoonstelling te organiseren.

27 miljoen bezoekers uit 46 verschillende landen bezochten deze expositie. 60.000 kregen een speciaal, door de "American Bank Note Company" gedrukt en hoog beveiligd ticket dat de hele duur van de tentoonstelling geldig was; de overige moesten een dagkaartje kopen.

De "World’s Columbian Exposition" was een invloedrijke sociale en culturele gebeurtenis en had achteraf beschouwd een onverwacht diepgaand effect op de Amerikaanse architectuur, de kunst, het Amerikaanse industriële optimisme en het imago van Chicago, dat uit zijn assen verrezen was na de catastrofale "Great Chicago Fire" van 1871.

De twee doeken die Leempoels naar Chicago stuurde, schilderde hij het jaar voordien en ze zijn hier voor het eerste tentoongesteld en hier meteen ook verkocht. “Aan 4000 frank per schilderij”, meldt "Le Soir" na afloop. Dat verklaart meteen waarom we die twee werken nooit meer zien opduiken op andere exposities. De “Kölnische Zeitung” had gelukkig iemand in de VS die ons een korte beschrijving van “les Amateurs” achtergelaten heeft.
15.06.1893 | KÖLNISCHE ZEITUNG

Tussen 14 mei en 17 september gaat in Duitsland opnieuw de “Grosse Berliner Kunst-Ausstellung” door.

Jef Leempoels heeft vier werken ingezonden. Drie hangen samen in zaal 9: “les Éplorés”, “Après l’école” en zijn onbekende “Spitsvondigheden” dat vorig jaar nog in Gent hing. Zijn “Hymne à la famille” hangt een eindje verderop in zaal 13. De sterretjes geven aan dat ze alle vier te koop zijn.

14.06.1893 | BERLINER TAGEBLATT

Van 28 mei tot 9 juli probeert men in eigen land met succes de “Salon de Mons” te reanimeren. Deze salon trekt bijna 2.500 betalende bezoekers aan die in het stadhuis de 531 getoonde werken komen bewonderen, waaronder ook Leempoels’ “Extase”.
08.07.1893 | JOURNAL DE BRUXELLES / L’EMANCIPATION

Denis Laoureux maakt in zijn thesis "L’art à Mons au XIXe siècle" een vergelijking met dit kleinstedelijk driejaarlijks initiatief en de prestigieuze "Salon des XX" in Brussel van hetzelfde jaar dat net geen 3000 bezoekers over de vloer kreeg in Brussel. Daarbij merkt hij terloops op dat beide salons eenzelfde omzet van 3500 frank genereerden. Dat leidt hem tot een conclusie die Jef Leempoels graag zou gehoord hebben: “Het kunstenlandschap zal in de XXe eeuw veranderen, maar niet door de inbreng van "avant-gardisten" als "les XX", maar veeleer door bekende "academisten" die zich de moeite getroosten om hun interessesfeer uit te breiden”.
We mogen niet uit het oog verliezen dat kunst kijken, kunst beleven en kunst becommentariëren, in deze periode nog altijd een belangrijke rol speelde in het maatschappelijk leven. Een salon was voor de bovenklasse vooral een “place m’as-tu vu", maar ook grote delen van de middenklasse en van de arbeiders konden een aardig woordje meepraten over kunst en bezochten met plezier de salons. Als hun portemonnee dat - ondanks de “sociale”, sterk gereduceerde tarieven - tenminste toeliet.
De hele zomer lang loopt aan de Königsplatz in München de tentoonstelling van de “Secession. Jef Leempoels heeft twee werken ingestuurd, en vooral zijn “Jonge Sfinx” krijgt meteen aandacht.

08.08.1893 | BERLINER TAGEBLATT

N.B.: Waar in het origineel artikel het lettertype Fraktur gebruikt is, geven wij Duitse teksten weer in dat lettertype. Fraktur is een familie van gotische drukletters die kort na Gutenberg’s introductie van de boekdrukkunst geïntroduceerd werd. Er bestaan diverse uitvoeringen van. ‘Fette Fraktur’ was bijna honderd jaar lang het standaard font in Duitstalige gebieden, waaronder Oostenrijk en Hongarije en zelfs in een aantal regios in Scandinavië. Wij gebruiken specifiek de font Kleist Fraktur, die iets gemakkelijker leesbaar is voor ongeoefende lezers. Het oogt aanvankelijk een beetje raar, maar het went vrij snel.


Er bestaat een kaartje met daarop een schets van “Jonge Sfinx”. Jef Leempoels stuurde het naar de Franse industrieel van Corsicaanse origine, Angelo Mariani, de man die de “Vin Mariani” ontwikkeld heeft.
Mariani gaf tussen tussen 1894 en 1925 veertien edities uit van zijn “Figures Contemporaines”; korte artikels over bekende personen, altijd gevolgd door een tekening of foto van de betrokken persoon, en geïllustreerd met een handgeschreven tekst die de Vin Mariani verheerlijkt.
Deel 1 t/m 12 (uitgez. 7) van “Figures Contemporaines” zijn te raadplegen op Gallica.fr. Het negende deel van de serie verschijnt in 1904 en na de alfabetische lijst met namen van reeds opgenomen personen, staat er ook een langere lijst met wie nog “in de wachtzaal” zit:

Leempoels, Jef, artiste-peintre belge staat telkens opnieuw in de “en préparation” lijst van volumes 10, 11 en 12 (dat laatste uit 1911). Delen 13 en 14 zijn spijtig genoeg (nog) niet raadpleegbaar…

Samen met de schets stuurt Jef Leempoels ook zijn naamkaartje met op de achterkant een korte tekst waarin hij zijn voorkeur voor Mariani-wijn verkondigt, zoals iedereen die wil verschijnen in de “Figures”. Het adres op het naamkaartje is “Kindermansstraat 3”. Hij gebruikt dat adres voor de eerste in de catalogus van de Salon in Brussel in 1900, maar al vanaf 1898 verschijnt het in de “Almanach du Commerce”. Met die info kunnen we het kaartje dateren tussen pakweg 1897 en 1904.
Hoe belangrijk de Salons zijn, blijkt uit een reeks van acht lange artikels die “l’Indépendance belge” brengt in de aanloop naar de Salon van Brussel. Ze zijn het werk van de recensent “VIREL” die een aantal kunstenaars in hun atelier ging opzoeken.
16.08.1893 | L’INDÉPENDANCE BELGE

De volledige lijst is als volgt:
I. De beeldhouwer Thomas Vinçotte,
II. De schilders Alfred Verwée en Isidore Verheyden en de beeldhouwer Charles Samuel
III. De schilders Gustave Den Duydts en Victor Gilsoul
IV. De schilders Josse Impens en Jean de la Hoese
V. De beeldhouwer Jef Lambeaux
VI. De schilder Léon Frédéric
VII. De schilder Jef Leempoels
VIII. De schilder Jean Portaels
In zijn afsluitend stuk geeft VIREL een overzicht van de werken die de bezochte kunstenaars in Brussel zullen tentoonstellen.

Het volledige artikel, gewijd aan Jef Leempoels, volgt hieronder. Meer omdat het een idee geeft van kunstjournalistiek in het laatste decennium van de 19e eeuw dan om de informatie die het verstrekt. Ook in de andere bijdrages lijkt het alsof de schrijver een belangrijkere rol speelt dan het onderwerp van zijn stuk. Dat uit zich o.a. in een hoogdravend, poëtisch taalgebruik, quotes, en zwierige stijlfiguren, die zijn eruditie moet onderlijnen.
De eerste zin is alles wat we vernemen over het atelier van Jef Leempoels: een grijze zolder op de vijfde verdieping van een rijhuis in de Van Moerstraat. Twaalf woorden… En dan volgt een volzin om “U” tegen te zeggen. L’illusion est complète… Inderdaad.
26.08.1893 | L’INDÉPENDANCE BELGE

Voor wie eraan mocht twijfelen: Leempoels heeft wel degelijk zin voor humor. Op de vraag of hij veel leest, is zijn antwoord: “Alleen les Fleurs du Mal van Beaudelaire”.

“Les Fleurs du mal” wordt algemeen aanzien als de belangrijkste dichtbundel van Charles Baudelaire. Hij begon eraan in 1843 en de eerste uitgave verscheen op 21 juni 1857. De libertijnse inhoud van het werk bracht meteen de hele Franse samenleving in verlegenheid en zowel de schrijver als de uitgever werden gerechtelijk vervolgd. Beaudelaire werd veroordeeld tot een fikse boete van 300 francs (weliswaar verlaagd, na persoonlijke tussenkomst van de keizerin). Zes onzedelijk geachte stukken werden gecensureerd en uit de volgende edities gehaald: 'Lesbos', 'Femmes damnées', 'Le Léthé', 'À celle qui est trop gaie', 'Les Bijoux' en 'Les Métamorphoses du Vampire'.
Pas in 1949 heft het Franse Hof van Cassatie dit verbod tot publicatie op.
De humor zit hem niet zozeer in het feit dat Leempoels toegeeft dit werk gelezen te hebben, maar wel dat in 1893 zowat iedereen weet dat in België het Franse verbod niet geldt (of simpelweg genegeerd wordt) en dat de integrale versie – inclusief de zes ‘aangebrande’ stukken – zonder al te veel problemen verkrijgbaar is.
20.09.1893 | L’ŒUVRE D’ART


“L’Indépendance belge” komt met half augustus al met een korte voorbeschouwing op de 'Triënnale van Brussel'. Wie zal er te zien zijn? Wie niet?
18.08.1893 | L'INDÉPENDANCE BELGE


Half september start het najaarsseizoen met een tentoonstelling van de “Cercle Artistique” van Tournai, die opent op zondag 10 september en loopt t/m 2 oktober. 139 kunstenaars zijn aanwezig met in totaal 406 werken. Jef Leempoels heeft er twee ingezonden. Bezoekers betalen van 50 centimes entreegeld.
Op zondag 10 oktober verschijnt in de “Courrier de l’Escaut” een korte vooruitblik waarin vooral de lokale kunstenaars Pion en Herbo aan bod komen. De daaropvolgende donderdag verschijnt dan de eerste recensie van een reeks van zeven! Het lijkt erop dat de verslaggever (“X”) geen enkel werk onbesproken laat…
15.09.1893 | COURRIER DE L'ESCAUT

Hierna volgt de langverwachte “Triënnale van Brussel”, waar Jef Leempoels dan toch aanwezig is. Niet met nieuw werk, maar met twee (of eigenlijk drie) doeken uit 1892.

15.09.1893 | L’INDÉPENDANCE BELGE


15.09.1893 | LA REVUE WALLONNE

18.09.1893 | L’INDÉPENDANCE BELGE

Op 19 september verschijnt onderstaande uitnodiging in de krant. “La Revue Rouge” is één van de (vele) magazines waar George Eekhoud voor tekende. Spijtig genoeg verschijnt er later geen overzicht van de aanwezigen, maar met Sander Pierron als een van de organisatoren was Jef Leempoels waarschijnlijk wel van de partij.
19.09.1893 | L’INDÉPENDANCE BELGE

21.09.1893 | LE PEUPLE

Nestor Outer die in het stukje hierboven vermeld is, was een schrijver/journalist uit Virton. Hij is bekend van zijn aquarellen uit WO I, die hem een "oorlogsjournalist" avant la lettre maakten, zowel in woord als in beeld.

02.10.1893 | LA FLANDRE LIBÉRALE

02.10.1893 | L’INDÉPENDANCE BELGE


19.10.1893 | LE RÉFORME

De Nederlandse recensent van “de Amsterdammer” is lovend voor zowel Frédéric als Leempoels.
22.10.1893 | DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND

Die van “l’Emancipation” en “Le Journal de Bruxelles” lijkt Jef Leempoels een stuk minder genegen:
28.10.1893 | L’EMANCIPATION / LE JOURNAL DE BRUXELLES

Voor een goed begrip: de krant “l’Emancipation” volgde vanaf de start in 1830 een min of meer gematigde koers, “politique, commerciale, religieuse et littéraire”.
In 1858 fuseerde de krant met de conservatief katholieke persgroep van Paul Nève, en dus ook met “Le Journal de Bruxelles”, die zich – ongeacht (artistieke) mérites – steevast afzette tegen alles wat ook maar enigszins liberaal was. In dit geval was Leempoels dus de gebeten hond...
Op maandag 6 november, de dag nà de sluiting van de Salon van Brussel, verschijnt het volgende bericht in “Het Laatste Nieuws”. De zin “consacré par des succès de vente” uit voorgaand bericht van “L’Emanicipation” blijkt dan toch enigszins gegrond te zijn.
06.11.1893 | HET LAATSTE NIEUWS

Het bericht van HLN vermeldt niet om welke werken het gaat, maar gelukkig geeft “l'Indépendance Belge” die informatie wel:
06.11.1893 | L'INDÉPENDANCE BELGE

In Duitsland is de recensent van de “Dresdner Nachrichten” naar een tentoonstelling van de “Münchener Secessionisten” in zijn thuisstad geweest. Hij brengt het nieuws dat hij een nieuw talent uit Parijs ontdekt heeft. “Les Éplorés” is volgens hem “met Franse vlijt” geschilderd.
05.11.1893 | DRESDNER NACHRICHTEN

Twee weken later bericht Gerhard Romint in “Neueste Nachrichten” ook over dit werk.
25.11.1893 | NEUESTE NACHRICHTEN

“L’Indépendance belge” en de “Nieuwe Amsterdamse Courant” brengen, met een week tussentijd, allebei hetzelfde goede nieuws van de overzijde van het Kanaal:
06.11.1893 | L’INDÉPENDANCE BELGE 15.11.1893 | NIEUWE AMSTERDAMSCHE

Als apotheose voor de triënnale van Brussel komt “La Flandre Libérale” met een namenlijst die “l’Indépendance” vrijgegeven heeft. Het zijn de gelukkigen van wie er een werk genomineerd voor acceptatie in één van de collecties van Brussel of elders. Jef Leempoels valt uit de boot…
08.11.1893 | LA FLANDRE LIBÉRALE

De “primes” waar “La Flandre Libérale” het over heeft, staan op 12 november in het artikel “après le salon” van “l’Art Moderne” omschreven als “des récompenses pécuniaires”. Het gaat dus wel degelijk om een geldprijs. Hoeveel die bedraagt, wil geen van de partijen kwijt.
Degene die de aankoopkeuzes moest maken, heeft duidelijk een voorkeur voor werken die iets met water te maken hebben. In wijzerzin, van linksboven: Claus, Verheyden, Farasyn en Van Doren.

Nog meer verkoopresultaten krijgen we van “Le Soir”, ditmaal van “onze artiesten” in Chicago. Hier vinden we o.a. de twee verkochte werken van Leempoels terug.
24.11.1893 | LE SOIR

Begin december komt er nog nieuws uit Nederland. Dit keer uit de liberale krant “Het Vaderland”, uitgegeven in Den Haag.
04.12.1893 | HET VADERLAND


Hieronder staan de eerste en laatste strofe van het verhaal van een jong koppel dat tegenkanting ondervindt voor hun relatie (“Gij kunt noch moogt er de mijne zijn...”). Op een winteravond gaan ze samen op de bevroren rivier, breken met een grote steen het ijs, en stappen hand in hand uit het leven.
De stroom lag al drie nachten toe
Zij waren zoo lijdens- en levensmoê
Zij stonden op het eenzaam strand
als broer en zuster hand in hand
. . .
De stroom ontdooide in een enkel uur;
toen vond men, dicht bij den havenmuur
die twee, vertrokken naar beter land,
nog mond op mond, nog hand in hand.
Wie nog meer 19e eeuwse poëzie wil lezen vindt het volledige werk van Pol de Mont vrij gemakkelijk terug op het internet (DBNL, Google Books, ...)
10.12.1893 | DE VLAAMSCHE SCHOOL

“Le Magasin Litéraire” wordt uitgegeven in Gent en in het decembernummer lezen we dat de Brugse “Cercle Artistique” een tentoonstelling organiseert. Gezien de beperkte openingsuren lijkt het erop dat de kunstenaars zelf instaan voor de ontvangst van geïnteresseerden.
15.12.1893 | LE MAGASIN LITÉRAIRE

Als jaarafsluiter organiseert Galerie Fritz Gurlitt een “Weihnachtssalon” in haar lokalen aan de Potsdamer Strasse in Berlijn. Gurlitt was op 8 februari 1893 overleden, net geen 40 jaar oud. Later heeft zijn zoon de zaak verdergezet. Kort na nieuwjaar is onderstaand stukje te lezen in “Die Kritik”:
01.1894 | DIE KRITIK


Comments