top of page

1895

Writer: :: valentijn :::: valentijn ::

Updated: Feb 9


Het jaar wordt ingezet met een tentoonstelling van de “Cercle Artistique” waar deze keer plaats is voor drie kunstenaars, Marguerite Dielman, David Oyens en Jef Leempoels.

Die laatste heeft nieuwe naamkaartjes laten drukken en gebruikt er een om zijn vriend Sander Pierron uit te nodigen. Opnieuw zien we dat minuscule handschrift dat niets aan duidelijkheid inboet t.o.v. zijn groot geschreven teksten.

21.01.1895   |   ZESDE BRIEF AAN SANDER PIERRON


03.01.1895   |   JOURNAL DE BRUXELLES


Marguerite Dielman was een Brusselse, de dochter van een politiecommissaris, en ze studeerde net als Leempoels bij Portaels. Stillevens met voornamelijk bloemen en fruit waren haar specialiteit. In 1888 was ze medeoprichtster van de “Cercle des Femmes Peintres”. 

David Oyens is de helft van een Nederlandse schilders-tweeling. Samen met zijn broer Pieter verhuisde hij van Amsterdam naar Sint-Joost-ten-Node, waar ze een studio deelden en vaak model stonden voor elkaar

Van beide artiesten staat hieronder typisch werk; de schilder op het doek “De Pose” van David Oyens is zijn broer Pieter aan het werk met zijn model. Of hoe één sessie twee werken kon opleveren...

 

Van David Oyens: “Interieur van het atelier" (l) en “De Pose” (r)
Van David Oyens: “Interieur van het atelier" (l) en “De Pose” (r)
Van Marguerite Dielman:   "Stilleven met rozen en aardbeien" (l) en “Stilleven met bloemen en rozijnen” (r)
Van Marguerite Dielman:   "Stilleven met rozen en aardbeien" (l) en “Stilleven met bloemen en rozijnen” (r)

 

27.01.1895   |   L’INDÉPENDANCE BELGE 

 

27.01.1895   |   JOURNAL DE BRUXELLES

 

27.01.1895   |   L’ÉTOILE BELGE


               la Songeuse                                                                        Amen                                                                       Pendant l’Office
          la Songeuse                                                       Amen                                              Pendant l’Office

Drie werken die vermeld zijn in bovenstaande artikels. Bij het laatste noteert Leempoels in zijn memorandum: "Zelfde onderwerp als "A l'Eglise" - maar geen kopie.”. Het werk zal vooral in Duitsland populariteit verwerven onder de titel “Betende Bauern


31.01.1895   |   LA FLANDRE LIBÉRALE


 02.02.1895   |   JOURNAL DE BRUXELLES


In bovenstaand stuk wordt het “hyperrealisme” van Leempoels voor de eerste keer vergeleken met wat een zekere 'Denner' ruim 150 jaar eerder al deed in Duitsland. Die naam duikt nog regelmatig op; tijd dus om de man even voor te stellen: Balthasar Denner (1685 - 1749) was een Duitse schilder, die in zijn tijd populair was als begaafd portrettist van - vooral oudere - mannen en vrouwen. Men vertelt dat hij zich vooral uitleefde op de details in de gezichten, terwijl anderen, waaronder zijn dochter, de kleding en decoratie aanvulden.

 

Een fraai voorbeeld van Denner’s kunnen zien we in bovenstaande portretten van rond 1720.
Een fraai voorbeeld van Denner’s kunnen zien we in bovenstaande portretten van rond 1720.

 

 Op 8 februari is Jan Frans Portaels in Schaarbeek overleden. Uit Leempoels’ nota’s weten we dat hij aan het doodsbed van zijn leermeester gezeten heeft om een laatste tekening van hem te maken. Hoogstwaarschijnlijk gebeurde dat – na overleg en met akkoord van de familie van Portaels – op vraag van 'Le Patriote Illustré' of 'Le Globe Illustré', allebei veel gelezen familiebladen.

15.02.1895   |   LE PATRIOTE ILLUSTRÉ / LE GLOBE ILLUSTRÉ


M.J.F. Portaels, directeur de l’Académie des Beaux-Arts à Bruxelles, sur son lit de mort. (Dessin de M. Jef Leempoels, son élève)
M.J.F. Portaels, directeur de l’Académie des Beaux-Arts à Bruxelles, sur son lit de mort. (Dessin de M. Jef Leempoels, son élève)

Dat kan vandaag morbide lijken, maar post-mortem beelden waren vrij goed ingeburgerd in de meeste maatschappijen. Leonardo da Vinci maakte rond 1508 een portret van een overleden 100-jarige, in het hospitaal van Firenze

Hoewel de fotografie sinds midden 19e eeuw technisch goed op punt stond, werd nog vrij regelmatig beroep gedaan op een kunstenaar om een (gedetailleerde) tekening van de overledene op zijn/haar sterfbed te maken. Later kon die eventueel tot een schilderij of aquarel uitgewerkt werd. Het iets beter bekende dodenmasker van vele vooraanstaande figuren mag je tot datzelfde gebruik rekenen.


Vrij bekend en bijzonder krachtig is het intieme portret dat Claude Monet in 1879 maakte van Camille Doncieux, zijn eerste vrouw, muze, model en moeder van zijn twee zonen. Ze werd 32 jaar oud.

Ter vergelijking de tekening in balpen die Alberto Giacometti in 1963 maakte van de overleden kunstenaar Georges Braque.

 

 

Dan even terug naar het bericht in “l’Indépendance belge” van 27 juni 1894, met de vermelding dat men Leempoels voorstellen gedaan heeft om “Le Destin et l’Humanité” aan te kopen. In de voorbij zes maanden waren er blijkbaar vaker tussen Leempoels en de Museumcommissie.

Op 24 februari 1895 schrijft Jef Leempoels naar de museumcommissie, plakt een verkoopsprijs op drie van zijn werken en vraagt de commissie om daar één van te kiezen. He KMSK bewaart zijn brief én het antwoord daarop in een map met als titel “dossier 3926 - Concernant trois tableaux de Jef Leempoels, offerts en vente par l’auteur.”

24.02.1895   |  KMSKB dossier 3926

 

Leempoels houdt van kort en bondig. Hij windt er geen doekjes om; zijn prijs is zijn prijs. Dezelfde prijs trouwens die hij eerder ook hanteerde op de tentoonstelling(en) waar de werken te zien waren.

Lang hoeft hij niet te wachten op een antwoord. Een week later krijgt hij een brief van de secretaris, Emile Van Moer. Het ‘kladje’ en het netjes overgeschreven origineel zijn allebei bewaard.

 

Onderaan op de kopie is in blauw potlood, zonder vermelding van datum, een korte nota toegevoegd door minister Jules de Burlet: “M. Leempoels a écrit. La lettre va être transmise. On pourrait s’entretenir aujourd’hui de sa demande.” Aan wie de vraag gericht is, om dit even te bespreken, is niet duidelijk.

 

De geschiedenis leert ons dat deze onderhandelingen, als ze al plaatsvonden, tot niets leidden. Geen van de drie werken, is ooit in een Belgisch museum beland. Dan blijft de vraag waarom men niet op het aanbod inging? Was zijn vraagprijs een beetje buitensporig? Of was Jef Leempoels zelf “het probleem”? Over die tweede vraag zullen kenners en Leempoelsvolgers in de volgende jaren nog dikwijls en lang discussiëren. En heftig van mening verschillen.

De eerste vraag is gelukkig vrij gemakkelijk te beantwoorden: de omrekening van bedragen voor de periode 1830–1914 is eenvoudig, dankzij de vaste muntpariteit. Het volstaat - voor 2024 - het bedrag in frank te vermenigvuldigen met een factor 5.97 om de actuele tegenwaarde in euro te krijgen [bron: Peter Scholliers: De waarde van de Belgische frank, p 31 (2017)]

Jef Leempoels vroeg voor zijn drie schilderijen 9.000, 10.000 en 15.000 frank. Omgerekend is dat dus het hedendaagse equivalent van ongeveer € 53.730, € 59.700 en € 89.550. Dat zijn - ook naar hedendaagse normen - behoorlijke sommen voor een schilderij. Maar laat ons dat even vergelijken met de gemiddelde daglonen voor arbeiders in 1895. 

 Op jaarbasis geeft dat een gemiddeld loon van ongeveer 1096, 939 en 783 frank. Onthou daarbij ook dat gemiddeld 90% van dat loon naar de 5 basisbehoeften ging: voeding, kleding, huisvesting, verwarming/verlichting en gezondheidszorg. Het was dus normaal dat ook de vrouwen en zelfs de kinderen nog een baan(tje) hadden, om extra onkosten te kunnen dekken. Het hoeft niet gezegd dat het uurloon van die laatsten een flink stuk lager lag.

(Bron: Denise de Weerdt: De arbeiderstoestanden van 1876 tot 1914) 

Een andere benadering, nu voor de “iets beter begoeden”… 

Een huis huren in het centrum van Brussel. In dit concreet geval, een rijhuis van 3 verdiepingen en 5 kamers in de Congresstraat. Dat kostte de huurder 230 à 250 frank per maand (x 5.97 = € 1.492).

Nieuwbouw van een gemiddelde woning met 2 of 3 etages kostte, afhankelijk van de materialen en de afwerking, tussen 30.000 en 60.000 frank (x 5.97 = tussen 179.100 en 358.200 euro)

(Info : Congrès international des habitations à bon marché  -   index.php (numeriques.be)

We mogen dus stellen dat Jef Leempoels vrij riant kon leven van zijn werk. Met de verkoop van “Amitié”, het goedkoopste werk van de drie, verdiende hij evenveel als een arbeider in zijn hele leven. Hij kon met datzelfde geld probleemloos 4 jaar huur betalen in Brussel Centrum. Met de opbrengst van de drie werken samen kon hij probleemloos een (middenklasse) woonst laten bouwen.

Voor wie nog meer vergelijkingen met vandaag wil maken: het vermogen van Luc Tuymans, de meest invloedrijke Belgische kunstschilder van het ogenblik, werd in 2024 op ruim € 30.000.000 geschat, met een bruto jaarinkomen dat volgens ramingen tussen 2 en 5 miljoen zou liggen (bron: www.derijkstebelgen.be). Zijn werken worden dan ook regelmatig geveild voor bedragen die met 6 of 7 cijfers geschreven worden.

 

L’Indépendance belge” is er altijd vroeg bij... ruim twee maanden op voorhand berichten ze al van de “Espozione Internazionale d’Arte della Città di Venezia” die voor de eerste keer plaats vindt.

19.03.1895   |   L’INDÉPENDANCE BELGE


 Op pagina 105 van de catalogus staan Leempoels’ korte biografie en de 3 werken, die hij instuurt. Het laatste zinnetje vat Leempoels’ artistieke intenties samen: "Oprecht tegenover de natuur, vraag ik haar raad om mijn ideeën te vertalen. Mijn ideaal zou dit zijn: de ziel te bereiken door de ogen te strelen".

     

Dat zinnetje is blijkbaar ook blijven hangen bij de recensent van “La Stampa” die een tijdje later het onderstaande commentaar levert.


Jef Leempoels heeft zijn diptiek “Chacun…” naar het jaarlijkse evenement in het “Künstlerhaus” in Wenen gestuurd. Het werk heet hier “Jedem Narren gefällt seine Kappe” en het is nog altijd te koop aan 10.000 fr.

 

Bovendien valt het werk ook in de smaak van “der Kaiser”.

18.04.1895   |   NEUES WIENER TAGBLATT

  

De recensent van de “Allgemeine Zeitung” vindt dat hele mystieke gedoe (met Leempoels op kop) absoluut onuitstaanbaar.

23.04.1895   |   ALGEMEINE ZEITUNG

 

Op 1 mei is in Frankrijk de 'XIIIe Exposition de Bordeaux' van start gegaan. De 'Société Philomatique' belicht alle vormen van kunst en industrie. Het 'Palais de la Garonne' is de plek waar moderne en oude kunst getoond wordt en Leempoels is één van de honderd artiesten die mogen tentoonstellen in de 'Salon Belge'. Hij heeft twee werken ingestuurd.

Het werk 'Blondine' duikt na deze salon nergens meer op. Zou het in Bordeaux verkocht zijn?


Op 2 mei 1895 heerst er enige verwarring en onenigheid in de Belgische kranten: “Het Vaderland” kent Jef Leempoels een “eerediploma” toe, terwijl “Het Laatste Nieuws” en “l’Indépendance” het hebben over “de groote gouden medalie”. 

02.05.1895   |   HET VADERLAND

 

 02.05.1895   |   HET LAATSTE NIEUWS

  

02.05.1895   |   L’INDÉPENDANCE BELGE

 

Gelukkig weten zowel de “Ostdeutsche Rundschau” als “Das Vaterland” hoe de vork aan de steel zit.

03.05.1895   |   OSTDEUTSCHE RUNDSCHAU  /  DAS VATERLAND

 

Het “Genossenschaft der Bildenden Künstler Wiens” publiceert elk jaar opnieuw de lijst met de voorgaande medaillewinnaars, vooraan in de nieuwe catalogus. Jef Leempoels heeft dus wel degelijk “die Große Goldene Staatsmedaille” gekregen. Een onderscheiding die hij zijn hele carrière lang zal koesteren. 

Deze medaille was de hoogst mogelijke staatsprijs in het toenmalig keizerrijk Oostenrijk-Hongarije. Ze werd in 1882 ingevoerd door het “Keizerlijk en koninklijk ministerie van cultuur en onderwijs” voor het Künstlerhaus en enkel uitgereikt in dit Künstlerhaus. De medaille is ontworpen door Josef Tautenhayn en Anton Scharff. Ze werd in 1906 vervangen door een andere medaille, ontworpen door Stefan Schwartz en uitgereikt tot 1914. Daarna is deze onderscheiding toegekend als “Eremedaille van de Coöperatie van Beeldende Kunstenaars”.

De medaille die hierboven afgebeeld is, heeft op de achterzijde de gegraveerde datum “1895”. Ze heeft dus toebehoord aan één van de 4 winnaars in dat jaar: Hans Rathausky, Wilhelm Kumm, Ludwig Dettmann, of mogelijk zelfs aan Jef Leempoels. Dergelijke kleinoden zijn ontzettend gegeerd door verzamelaars. Deze werd in november 2019 door veilinghuis “Dorotheum” in Wenen verkocht voor 11.000 euro.

 

De recensent van “Le Petit Bleu” zet nooit zijn naam onder de artikels, maar hij is altijd ‘de plezantste van de bende’. Dat is opnieuw zo in deze – ongetwijfeld schertsende – klaagzang over “het seizoen van de artiesten”.

05.05.1895   |   LE PETIT BLEU DU MATIN

 

 Rond diezelfde periode opent de “Exposition d’architecture et d’art décoratif” zijn deuren in Luik.

De “Salle de l’Emulation” waar deze tentoonstelling doorging, bestaat nog altijd. Het is tegenwoordig de thuisbasis voor het Théâtre de Liège. Het huidige adres is “Place du XX août”. De zaal behoorde in die tijd toe aan de “Société libre d'Émulation de Liège” die in 1779 door prins-bisschop François-Charles de Velbruck opgericht werd “om de smaak voor kunst, letteren en wetenschappen aan te wakkeren”. Prins-bisschop de Velbruck was man met een brede interesse en een open geest, die nogal wat filosofen tot zijn vrienden- en kennissenkring mocht rekenen en die dan ook carte-blanche gaf om de denkbeelden van de Verlichting te verspreiden.

Geen wonder dat ze Jef Leempoels kennen in Duitsland. De "Große Berliner Kunstausstellung" en de "Münchener Secession" gaan bijna gelijktijdig van start. Jef Leempoels heeft voldoende geschilderd en kan het zich veroorloven om drie werken af te vaardigen naar elk van beide evenementen.

   25.05.1895   |   L'INDÉPENDANCE BELGE

 

Alle werken zijn te koop (zie het * achter de titel) en in München krijgt hij nog eens extra aandacht omdat "Le Destin" paginagroot afgebeeld staat in de catalogus.

     

De "Innsbrucker Nachrichten" geeft een summiere bespreking van twee werken. Het begint met "Le Destin", maar om een of andere bizarre reden heeft de recensent enkel maar dolken, revolvers en andere wapens in de massa van handen ontdekt. De symboliek van "Amen", een sterfscène tegen een ondergaande zon, is hem duidelijk ontgaan. 

17.06.1895   |   INNSBRUCKER NACHRICHTEN

  

De recensent van de „Schwäbische Merkur” vindt Leempoels woud van handen een perfect onderwerp voor een tekening, maar ongeschikt voor een schilderij.

28.06.1895   |   SCHWÄBISCHER MERKUR

 

De recensent uit Zürich is ook vrij koel in zijn commentaar en zoekt tevergeefs naar een artistieke insteek

03.07.1895   |   NEUE ZÜRCHER ZEITUNG

 

In de „Neue Deutsche Rundschau“ overloopt Michael Georg Conrad de voorbije kunstzomer in München en ook hij kan niet voorbij „Le Destin“ van Leempoels

01.08.1895   |   NEUE DEUTSCHE RUNDSCHAU


De kunstcriticus van Düsseldorf heeft oog voor “Amitié”, maar laat zich meteen daarna, net als andere collega’s, toch verleiden om het over “Destin” te hebben..

08.08.1895   |   GENERALANZEIGER FÜR DÜSSELDORF

 

Het laatste woord is voor Karl Voll, twee maanden jonger dan Jef Leempoels. De man is opgeleid in Romaanse talen en Engels aan de Universiteit van München en gaf een aantal jaren les in privaatscholen. Na een bijkomende opleiding “kunstgeschiedenis” gaat hij vanaf 1886 aan de slag als kunstcriticus bij de “Allgemeine Zeitung”. We gaan nog regelmatig stukjes van hem lezen en het is vanaf het eerste ogenblik duidelijk: Leempoels zal nooit op Voll’s sympathie kunnen rekenen…

13.08.1895   |   ALLGEMEINE ZEITUNG

 

Frans Courtens had iets met bossen in herfsttooi; het is dan ook niet helemaal duidelijk welk werk Voll omschrijft als “verfrissend als bosadem”. Meer dan waarschijnlijk is het onderstaand doek met de respectabele afmetingen 180 x 300 cm.

 

 Half juni, drie weken na de Duitse tentoonstellingen zien we alle bekende namen verschijnen in Charleroi. Onthou ook de naam van de voorzitter, Valère Mabille. Die gaat later nog opduiken…

17.06.1895   |   LE PETIT BLEU DU MATIN

 

"l’Indépendance" en "Het Volksbelang" hebben beiden fantastisch nieuws uit München, dat de eerste krant zelfs op een sportieve manier inleidt

02.07.1895   |   L’INDÉPENDANCE BELGE


06.07.1895   |   HET VOLKSBELANG


Later in het jaar, als de expositie in München al even achter de rug is, komt "Le Petit Bleu du Matin" nog met een aangepaste versie. In de typische ‘petit bleu’-stijl, natuurlijk

05.11.1895   |   LE PETIT BLEU DU MATIN

 

In juli is er een kortlopende salon in Charleroi, dat toch goed is voor een tiental lijntjes in de krant.

14.07.1895   |   JOURNAL DE BRUXELLES


Op 1 september gaat een nieuwe editie van de “Salon van Gent” van start. Het is inmiddels de 36e en de affiche in goud, blauw en oranje is van de hand van de Gentse kunstenaar Constant Montald.

 

 05.09.1895   |   L'INDÉPENDANCE BELGE

 

Qua commentaren en recensies is het opvallend stil rond deze salon…

Na afloop – lang na afloop – verschijnt in "De Gentenaar" eindelijk een terugblik van Karel Lybaert, kunstrecensent en toenmalig hoofdredacteur. Zijn bijdrage is ook als apart boekje (31 blz) gepubliceerd door Jan Bouchery uit Antwerpen.

In de allereerste paragrafen verklaart Lybaert wat hem weerhouden heeft om eerder te reageren : de massale aanwezigheid van "broddelwerken, waterscheuten, knutselwerken en misteekende plakkaten", door o.a. "intensionnisten, pointiljeurs, blauwververs, oranjezieners, enz., enz., enz."

 

Over Leempoels wil hij het volgende kwijt:


In 1895 organiseert Amsterdam een “Wereldtentoonstelling”, die eigenlijk een “Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling” is. Tegelijkertijd opent het “Stedelijk Museum” zijn deuren aan de Paulus Potterstraat. Reden genoeg om in diezelfde periode ook de Moderne Kunsten naar Amsterdam te halen; of zoals de Nederlanders het noemen kunstwerken van levende meesters.

 

  

Een springlevende Leempoels stuurt twee werken. Niemand heeft zich aan een vertaling gewaagd, dus behouden ze in de catalogus hun Franse titel. 

  

23.09.1895   |   L'INDÉPENDANCE BELGE

 

13.10.1895   |   ALGEMEEN HANDELSBLAD

 

Jules de Burlet (1844-1897) was een Belgisch katholiek politicus. Hij was minister van Binnenlandse Zaken van maart 1891 tot mei 1895 en in die functie ook “Minister van Schone Kunsten”. Hij heeft in zijn ambtsperiode een aantal zaken bewerkstelligd die de kunstenaars duidelijk op prijs stelden.

12.11.1895   |   JOURNAL DE BRUXELLES

Links een foto van Burlet; rechts een ontwerpschets van Philippe Wolfers, de bekende Brusselse juwelier/edelsmid, voor de versiering op de twee albums waarvan in het artikel sprake is. Copyright foto Design Museum Gent
Links een foto van Burlet; rechts een ontwerpschets van Philippe Wolfers, de bekende Brusselse juwelier/edelsmid, voor de versiering op de twee albums waarvan in het artikel sprake is. Copyright foto Design Museum Gent

 

Op 27 november verschijnt er in de Weense krant “Die Presse” een aankondiging voor een tentoonstelling bij “Salon Neumann”. Dat is de zaak van Johann Neumann, aan de Wollzeile 32, die regelmatig dergelijke “Bilder-Salons” organiseert en optreedt als agent / verkoper voor kunstenaars

Neumann heeft twee werken van Leempoels hangen: “Träumerei”, dat “Die Presse” vrij uitvoerig beschrijft, en een tweede doek waarvan ze de titel niet noemen, maar dat meer dan waarschijnlijk “Dominique” is. Beiden waren eerder in het jaar in Berlijn te zien.


Advertentie van Johann Neumann voor een Bilder-Salon van Weense kunstenaars (in 1899)
Advertentie van Johann Neumann voor een Bilder-Salon van Weense kunstenaars (in 1899)

27.11.1895   |   DIE PRESSE




 

 
 
 

Recent Posts

See All

Comments


​+     +     +     +     +     +    +     +

Een speciale vermelding is er voor Dr. Alfons Leempoels (1917-2024), Paula Leempoels en Staf De Keyser;
zij verdienen een hartelijke en warme "dankuwel" voor hun welgekomen bijdrage aan het tot stand komen van deze monografie.

+     +     +     +     +     +    +     +

Disclaimer:

To my best knowledge, all information and images used on this site are in the public domain or sourced from sites that grant researchers exemption from all royalties for the use in scientific and academic publications. If - despite my best intentions - you think you are entitled to certain rights, please inform me by e-mail. I will take appropriate action a.s.a.p.

​"Vers l'idéal" is intended for informational purposes only. While I strive for accuracy, I cannot guarantee that all content is completely up-to-date, correct or error-free. Please verify any information before relying on it.

bottom of page