top of page

1899

Writer: :: valentijn :::: valentijn ::

Updated: Feb 9



Het jaar begint met de aankondiging dat Jef Leempoels de opdracht gekregen heeft om een portret van Leopold te schilderen.

'Het portret van koning Leopold II' en de vraag 'Poseert hij of poseert hij niet?'; die twee topics lopen als een rode draad doorheen heel 1899. Wat betreft de tweede vraag is ‘Journal de Gand’ alvast overtuigd dat hij zal poseren.

23.01.1899   |   JOURNAL DE GAND


23.01.1899   |   HET HANDELSBLAD

 

 Die mededeling is gefundenes Fressen voor de linkse pers die het niet nalaat om de Belgische vorst en zijn gekende voorliefde voor Parijse danseressen en andere schoonheden meteen even in de verf te zetten. 

23.01.1899   |   LE PEUPLE


25.01.1899   |   LA PETITE RÉPUBLIQUE


Een week na het raadselachtige ‘une blessure au pied’ van ‘Journal de Gand’, vertelt ‘le Peuple’ wat er precies aan de hand is: Leopold heeft zijn enkel verstuikt…

30.01.1899   |   LE PEUPLE

 

Van 4 tot 19 maart stelt Leempoels werk tentoon in het “Maison d’Art” en hij verstuurt een aantal persoonlijke uitnodigingen naar vrienden, bekenden, prominenten en uiteraard naar critici en recensenten die zijn carrière een duwtje in de rug kunnen geven.

Een van hen is Paul Lambotte, vijf jaar ouder dan hijzelf, advocaat, schrijver en kunsthistoricus. Het heeft er alle schijn van dat Leempoels een voorgevoel heeft dat deze man het nog ver gaat schoppen en dat hij hem beter wat kan pamperen.

 Minder dan 100 woorden gebruikt Leempoels, maar hij maakt het allemaal duidelijk.

Hij heeft het over al zijn werken in buitenlandse collecties (en geen in België), over zijn "labeur artistique" (voor het geval men zou denken dat hij een luxeleventje leidt). En let dan ook even op de uitdrukking "un idéal élevé, opiniâtrement suivi" die Leempoels er quasi achteloos tussengooit; het is zijn constant terugkerend adagio "een hoger ideaal, dat ik resoluut nastreef".


Op 5 maart verschijnt de eerste recensie van de tentoonstelling in “Le Petit Bleu du Matin”. Daarin steekt Louis Dumont-WIlden de loftrompet over Leempoels’ werken. 

05.03.1899   |   LE PETIT BLEU DU MATIN

Dat een artiest opbouwende kritiek wel degelijk au sérieux wil nemen, maken de twee onderstaande stukjes in “l’Indépendance belge” en “La Flandre Libérale” duidelijk: Jef Leempoels heeft – ergens in de loop van 1898 – flinke veranderingen aangebracht aan zijn Initiation, het werk dat voordien in diverse commentaren vrij stevig aangepakt werd.

Het is niet uitzonderlijk dat een schilder na verloop van tijd veranderingen, of eerder “verbeteringen”, aanbrengt. En het feit dat die “geslaagde renovatie” op bijval kan rekenen, maakt duidelijk dat niemand aanstoot leek te nemen aan het opnieuw tentoonstellen van een geretoucheerd schilderij. Wat die aanpassing(en) precies geweest zijn, is niet duidelijk want Leempoels noteert bij dit werk in zijn persoonlijke catalogus enkel “herwerkt, vooral in 1922-1923”. Wat meteen aangeeft dat hij er in de loop van de jaren meerdere keren aan gewerkt heeft.  

07.03.1899   |   L’INDÉPENDANCE BELGE

 

Paul Lambotte heeft Leempoels' uitnodiging ontvangen en hij is naar de tentoonstelling geweest. Heeft Jef er een bewonderaar bij? Oordeel zelf:

09.03.1899   |   LA FLANDRE LIBÉRALE

 

12.03.1899   |   L’ART MODERNE

  

Twee pagina’s verder in dezelfde editie, staat een korte waarschuwing voor het “public nombreux” dat de tentoonstelling nog wenst te bezoeken.  Het Maison d’Art is blijkbaar dubbelgeboekt… Leempoels zal niet blij geweest zijn.

 

The International Studio was tussen 1897-1921 de Amerikaanse editie van het Britse tijdschrift voor decoratieve kunst The Studio, dat gezamenlijk werd uitgegeven in New York en Londen. Daarmee duikt Leempoels' opnieuw in op in Amerika. Die opmerking over sacrificing delicacy is een voorzichtige terechtwijzing die we later nog regelmatig kunnen lezen.

    30.06.1899   |   THE INTERNATIONAL STUDIO

 

Het katholieke kunst- en litteratuurtijdschrift “Durendal” brengt een uiterst kort stukje over de tentoonstelling, maar maakt dat goed door een paar werken af te beelden.

    04.04.1899   |   DURENDAL

 

Van 22 april tot 31 oktober gaat in Venetië de 3e “Esposizione internazionale d'arte” door. In totaal 425 kunstenaars, waaronder 122 Italianen, hebben samen liefst 969 werken ingestuurd.

Leempoels heeft zijn “Enigma” richting de Dogestad verscheept. Het werk doet zijn titel alle eer aan en laat de Italiaanse recensenten met een groot vraagteken achter, net zoals in Rome een jaar eerder. 

29.04.1899   |   GAZETTA LITTERARIA

Vertaling: DE ENIGMA, van Jef Leempoels, een naakt model, bruin van huidskleur en bronskleurig haar, heel serieus en gehoorzaam, dat de schilder behangen heeft met dure halskettingen, armbanden, riemen en ringen, glinsterend van goud en edelstenen, en vervolgens tegen een muur laat leunen, rechtop, in de houding, als een dienstplichtige volgens de regels, haar hoofd leunend tegen een plaat, een schild, een aureool (weet ik veel? ) geëmailleerd in heldere, polychrome arabesken: het arme meisje kijkt als gehypnotiseerd, uiteraard; maar het hele raadsel in dit vreemde werk, decoratief genoeg maar ook niets meer, komt erop neer dat men geen enkel idee heeft wat de auteur wilde uitdrukken; en dat men absoluut geen idee heeft wat er door het hoofd van die arme, gekwelde vrouw gaat, die naakt aan de schandpaal staat.

 

Gelijkaardige commentaar vinden we in “Gazzetta ufficiale del regno d'Italia

30.04.1899   |   GAZZETTA UFFICIALE DEL REGNO D'ITALIA

Vertaling: Italië en Vlaanderen, nu België, de twee landen waar de schilderkunst haar mooiste en meest grandioze manifestatie kende, worstelen vandaag, om niet voorbijgestoken te worden door de andere scholen die, nadat wij ze inwijden in de schone kunsten, ons nu al overtreffen of minstens op gelijke hoogte staan met ons.

Jef Leempoels stelt ons een naakte vrouw voor, behangen met juwelen aan haar hals, heupen, pols, onderarm; rond haar hoofd zit een grote stralenkrans. Het is een bewonderenswaardig detail, maar een slechte weergave van naaktheid, want van haar oksels tot haar knieën ontbreken de elegante rondingen, die een vrouw zo mooi maakt: haar heupen zijn even breed als haar buik en ook aan haar de dijen. Is dit een zwangere vrouw die zichzelf laat zien of niet? Is het symbolisch of echt? Een mythe of echt?  We begrijpen het niet, en misschien is dat wel de bedoeling van de kunstenaar die zijn schilderij Het Enigma noemt.

 

Enigma krijgt overal aandacht. In een lang overzicht van de tentoonstelling noemt –ará– het in de Ceská Revue “een verrukkelijk werk”.

30.04.1899   |   ČESKÁ REVUE

Vertaling: Kunsttentoonstelling Venetië. De naaste buren van de Fransen zijn de Belgen, bij wie decadentie welig tiert: Khnopff (een vreemd vuur) en de winterzon van Claus. Dierckx' onderscheid van soep op school is een beeld van pina colada levendigheid. Jef Leempoels heeft hier twee verrukkelijke schilderijen, waarvan "Het Enigma" de algemene aandacht trekt. Een prachtig vrouwenlichaam met symmetrische borsten, een mooi hoofd en betoverende ogen die zowel schittering als mysterieuze diepte uitstralen. De blauwe ogen spreken voor zich; het geheel is oosters. Een prachtig raadsel… De fonkeling van die veelbetekenende levendige ogen is op jou gericht.

 

In Parijs komt de Salon van de Société Nationale eraan en in de catalogus van 1899 vinden we op pagina 142 een afbeelding van “Au printemps”, het werk uit 1896 dat Jef Leempoels rond 1915 in stukken gesneden heeft en voor (minstens) 2 nieuwe schilderijen hergebruikt.

 

Behalve “Au Printemps” stuurt Leempoels ook nog twee andere werken naar de Franse hoofdstad; zijn “Ouvriers” die, in de luttele maanden sinds de Salon van Antwerpen een ondergaande zon als achtergrond gekregen hebben en nu “terugkomen” van hun werk, en zijn “Ergoteur”, die de recensenten quasi doodzwijgen.

30.04.1899   |   L’INDÉPENDANCE BELGE

 

03.05.1899   |   L’AURORE

26.05.1899   |   LE MATIN

 

Het boeiende aan kunstkritieken : hoe levenlozer de ene recensent de werklieden vindt, des te sprekender zijn ze voor de andere

04.06.1899   |   LE PETIT BLEU DU MATIN

 

18.06.1899   |   LE TINTAMARRE

 

In mei 1898 organiseerde het Münchense weekblad "Jugend" in Berlijn een tentoonstelling met originele illustraties van de hand van zijn medewerkers. Dat initiatief werd zo goed onthaald, dat ze in de daaropvolgende maanden nog een aantal andere Europese steden aangedaan hebben.

Na bijna drie jaargangen raken kasten, burelen en archieven een beetje gevuld en dus nemen ze het initiatief om op te ruimen en deze originelen in juni 1899 op een veiling te koop aan te bieden: 1392 stuks in totaal en er is ook een Leempoels bij. 

Het is onderstaande tekening, die verscheen in het nummer van 16 mei 1896. Het is een vrije interpretatie van "Schicksal der Menschheit", een persiflage waar tientallen handen geld en goed aanbieden aan een figuur waarin Keizer Wilhelm II te herkennen is.

 

 In eigen land vinden we Leempoels op een feestelijk event in Leuven, geen onbekend terrein voor Leempoels die regelmatig bezoekjes bracht aan de familie van zijn vader en moeder in de ruime omgeving. 

30.05.1899   |   HET HANDELSBLAD

 

Jules Van den Heuvel (1854-1926) was politicus voor de Katholieke Partij. 

Hij werd doctor in de rechten en doctor in de politieke en bestuurlijke wetenschappen aan de Universiteit van Gent. Vervolgens studeerde hij tot 1879 aan verschillende buitenlandse instituten. In 1883 werd hij benoemd tot professor aan de Katholieke Universiteit Leuven.

In 1899 benoemt men hem tot minister van Justitie in de regering De Smet de Naeyer II. Na zijn ministeriële loopbaan werd hij actief in de diplomatie. Tijdens de Eerste Wereldoorlog volgt hij de Belgische regering naar Le Havre en werd in 1915 benoemd tot ambassadeur bij de Heilige Stoel.

Na het einde van de Eerste Wereldoorlog was hij samen met Paul Hymans en Emile Vandervelde de Belgische vertegenwoordiger bij de onderhandelingen voor het Verdrag van Versailles.

Jef Leempoels heeft hem geschilderd met zijn stola over “een zwarte redingote”. Aangezien Van den Heuvel rechten doceerde, moet zijn stola “warmrood” zijn.

  

De precieze data van de “37e Salon van Gent” zijn niet bekend, maar aangezien het eind mei overhandigde portret van Jules Vanden Heuvel op de lijst staat, is het waarschijnlijk augustus-september geweest. 

        

Het onderstaande stukje uit "l’Indépendance" (en ook in "le Vingtième") is op zich een fait-divers, maar vandaag, bijna 125 jaar later, hebben kunstenaars (in de breedste zin van het woord) nog altijd geen wettelijk sociaal statuut.

Jef Leempoels en een groot aantal andere leden van de coöperatieve zullen best een comfortabel leven geleid hebben met de verkoop van hun creaties, maar er waren ook artiesten voor wie het dagelijks leven een stuk minder rooskleurig was. En al lijkt het wat paternalistisch, er was zéker solidariteit onder de kunstenaars. 

09.11.1899   |   L’INDÉPENDANCE BELGE

 

In de loop van het najaar werd in Torino (Turijn, It.) een “concorso” voor hedendaagse kunst georganiseerd. Alles draaide om één – religieus – thema: het hoofd van Christus. Afgaande op de nabeschouwing die we in december in Emporium lezen waren alle kunstuitingen toegelaten: tekeningen, olieverf, marmer, gips. Leempoels heeft zijn Christus naar Italië gestuurd en… hij heeft géén prijs gewonnen! 

01.12.1899   |   EMPORIUM

 Vrije vertaling: De Christus van de bekende Belgische schilder Jef Leempoels is getekend met de gebruikelijke fotografische precisie en geschilderd met de nauwgezetheid die zeer verdienstelijk is : maar wie herkent de Messias in deze mollige, rozige, vredelievende heer met zijn blonde, ingerolde kapsel en zijn liefdevol gekrulde baard? Het landschap op de achtergrond is bovendien van een primitieve naïviteit die een beetje te ver gezocht is.

 

Een gelijkaardig initiatief stond ook op de wishlist van “Durendal”, een katholiek cultureel en literair tijdschrift dat in België werd uitgegeven tussen januari 1894 en juli 1914. Toen werd de publicatie opgeschort door de WO I. Oprichters waren de politicus Henry Carton de Wiart, de romanschrijver Pol Demade, en de priester/literatuurcriticus Henry Moeller, die de functie van hoofdredacteur krijgt.

In beginsel vrij van enige esthetische partijdigheid, neigde het tijdschrift toch snel naar Idealisme en Symbolisme, met pre-rafaëlitische en Wagneriaanse invloeden. De “sponsoring” van de "Salon van Religieuze Kunst" op het scharnierpunt van 1899-1900 was een eenmalig gebeuren.

NB: Durendal is ook de naam van het zwaard van Roland, paladijn en vertrouweling van Karel de Grote. Het gouden gevest van dit mythische zwaard bevatte o.a. een tand van de heilige Petrus, bloed van Basilius van Caesarea, haar van de heilige Denis, en een stuk van het kleed van Maria, moeder van Jezus. Het kliefde zonder moeite door rotsen en was niet stuk te krijgen. Dat is te zien in het omslagontwerp van Gisbert Combaz.

Terzijde: Combaz heeft m.i. beter werk afgeleverd voor andere initiatieven… Het lijkt er zelfs op dat hij voor Durendal een eerdere affiche voor het Internationaal Congres van Advocaten uit 1897 gerecycleerd heeft.

  

Als we de catalogus erop nalezen, blijkt Jef Leempoels met drie werken aanwezig te zijn op deze tentoonstelling: “Les Éplorés”, dat we al een tijdje kennen. Dan is er ook “l’Enfant Jésus”, die hij mag lenen van Mevr. Wadmont* en die afgebeeld is in de catalogus (zie Deel II, 15.01.1900). En tenslotte “Le Christ”, die – gezien de verwijzing naar het weidse uitzicht achter de figuur, in “Le Vingtième” – het werk is dat uit 1898 is, dat kort voordien nog in Turijn te zien was. 

* een drukfoutje, men heeft het over Lucy Waedemon

   

18.12.1899   |   LE VINGTIÈME SIÈCLE

Wat zou de recensent van “le Vingtième Siècle” precies bedoelen als hij schrijft: « une belle tête, trop humanisée peut-être » ? Dat het niet helemaal voldoet aan het suikerzoete imago van JC dat de kerk propageert? Of lijkt hij misschien een beetje op JL zelf? 

 

 Dan is de recensent van “Le Patriote” tenminste een stuk directer in zijn omschrijving. 

23.12.1899   |   LE PATRIOTE

  

We mogen niet uit het oog verliezen dat het nog steeds de 19e eeuw is. Men hangt nog heel sterk vast aan de door Rome opgelegde standaard Jezus 

Er zijn in de loop der jaren best wel andere Christussen geschilderd: de Maori-Jesus van Sofia Minson, de oer-Amerikaanse Jezus van Del Parson, de Zwarte Jezus van Melissa T. Kamba, de Prince of Peace van Akiane Kramarik. Of – last but not least – de door het Amerikaanse tijdschrift “Popular Mechanics” forensisch gerecreëerde Christus die volgens velen een beetje op een jonge Yasser Arafat leek...

Allemaal hebben ze bakken kritiek gekregen. Religie en etniciteit is - ook in de 21e eeuw nog - een heikel punt.



 
 
 

Recent Posts

See All

Comments


​+     +     +     +     +     +    +     +

Een speciale vermelding is er voor Dr. Alfons Leempoels (1917-2024), Paula Leempoels en Staf De Keyser;
zij verdienen een hartelijke en warme "dankuwel" voor hun welgekomen bijdrage aan het tot stand komen van deze monografie.

+     +     +     +     +     +    +     +

Disclaimer:

To my best knowledge, all information and images used on this site are in the public domain or sourced from sites that grant researchers exemption from all royalties for the use in scientific and academic publications. If - despite my best intentions - you think you are entitled to certain rights, please inform me by e-mail. I will take appropriate action a.s.a.p.

​"Vers l'idéal" is intended for informational purposes only. While I strive for accuracy, I cannot guarantee that all content is completely up-to-date, correct or error-free. Please verify any information before relying on it.

bottom of page