
In de rubriek ‘Brieven uit Brussel’ heeft de schrijver van onderstaand stukje het voorafgaand over de kwaliteiten waaraan een ets zou moeten voldoen ‘ter opvroolijking van menige jonggezellen of studentenkamer.’ Dan heeft hij het over de ‘poster’ van Leopold II.
19.01.1901 | ALGEMEEN HANDELSBLAD

Jef Leempoels start het jaar kleinschalig: hij organiseert een intieme voorstelling in zijn atelier aan de Kindermansstraat 3 in Elsene. ‘Le Petit Bleu du Matin’ is de eerste om erover te berichten en gebruikt een afbeelding van zijn ‘Vieux canal’ als illustratie.
18.02.1901 | LE PETIT BLEU DU MATIN

19.02.1901 | LE JOURNAL DE BRUXELLES

Op maandag 25 maart geeft de hele beau monde present als in het ‘Théatre du Parc’ de première van Emile Verhaeren’s ‘Philippe II’ op het programma staat. Het interessante aan de berichtgeving over dit soort evenementen is dat het niet uitsluitend gaat over het opgevoerde stuk, maar evenzeer over wie er allemaal was. Uiteraard mensen die het zich konden permitteren om op maandagavond een feestje te bouwen.
31.03.1901 | L’ÉVENTAIL


Dan komt april met de ‘Salon de la Société des Beaux-Arts’ in Parijs. Leempoels heeft drie werken ingestuurd. Het portret van zijn vader en moeder kunnen alom op de nodige bijval rekenen. De redacteur van de Parijse krant ‘l’Aurore’ heeft het wat moeilijker met zijn ‘Rêverie’.
23.04.1901 | L’AURORE

Guyon-Verax looft de levendigheid en de menselijkheid in Leempoels’ werk.
10.06.1901 | JOURNAL DES ARTISTES


Leopold II is ‘toevallig’ op doortocht in Parijs en maakt van de gelegenheid gebruik om de Belgische delegatie een riem onder het hart te steken. En passant heeft hij zijn oog laten vallen op een leuk werk van Gilsoul.
30.04.1901 | LE SOIR

De zeven hoofdzonden vormen voor vele artiesten een bron van inspiratie, maar waar zijn kunstenaars zelf op te betrappen? Van ijdelheid, hebzucht, woede en gulzigheid zijn voldoende voorbeelden te vinden. Over onkuisheid lopen de meningen sterk uiteen. Van luiheid kan je ze zeker niet te beschuldigen; het zijn stuk voor stuk harde werkers. En wat betreft de zevende, jaloezie of afgunst… dat varieert afhankelijk van de situatie. In de meeste gevallen gunnen ze elkaar het licht in de ogen niet, maar tijdens een geheel verzorgd diner in het prestigieuze kader van ‘Hôtel Métropole’ lijkt het alsof artiesten zonder uitzondering blij zijn dat collega’s een prijs winnen die zij (nog) niet hebben.
14.05.1901 | HET LAATSTE NIEUWS

De recensent van ‘l’Indépendance Belge’ was er ook bij en ook hij heeft er duidelijk van genoten.
14.05.1901 | L’INDÉPENDANCE BELGE


In 1890 opende de brouwersfamilie Wielemans-Ceuppens een café aan het Brouckèreplein. Enkele jaren later kochten ze het aanpalende gebouw van de ‘Algemene Spaar- en Lijfrentekas’ om er een hotel van te maken. ‘Hotel Métropole’ opende zijn deuren in 1895 en was zowel luxueus als modern. Het bood zijn gasten centrale verwarming en elektrisch licht en was lang dé ontmoetingsplek voor wie gezien wilde worden.

De bekende foto van de eerste Solvayraad op 29 oktober 1911, met daarop o.a. Ernest Solvay, Marie Curie, Albert Einstein, Max Planck, Niels Bohr, Ernest Rutherford, en een aantal andere Nobelprijswinnaars is genomen in een van de vergaderruimtes van het hotel.
In Berlijn gaat de jaarlijkse ‘Grosse Berliner Kunstausstellung’ weer van start.


Voor wie zich afvraagt welke vlaggen er boven de ingangspoort aan de Invalidenstrasse wapperen: de vlag met drie horizontale strepen van gelijke breedte in de kleuren zwart-wit-rood was van 1871 tot 1919 de nationale vlag van het Duitse Keizerrijk.
Jef Leempoels heeft zijn ‘Amitié’, zijn ‘Enigma’ en zijn ‘schets’ voor het portret van Leopold ingepakt en naar Berlijn laten verschepen. Beide schilderijen zijn te koop en ‘Freundschaft’ is, samen met ‘Geirangersfjord’ van A. Normann, afgebeeld op pagina 119 van de catalogus.

19.05.1901 | L’INDÉPENDANCE BELGE

Jean Paar heeft zijn eerdere enthousiasme voor Leempoels een pitje lager gezet. Na zijn bezoek aan de tentoonstelling tekent hij het volgende op in ‘Camera Obscura’:

‘Lustige Blätter’ is een satirisch weekblad in Berlijn en noemt zichzelf het ‘schönstes buntes Witzblatt Deutschlands’. Een voorbeeld van hun humor vinden we op pagina 8 en 9 van deel 25, waar ze een aantal kunstwerken op eigenwijze manier voorstellen en van alternatief commentaar voorzien.
18.06.1901 | LUSTIGE BLÄTTER

Jef Leempoels’ werk moet de Duitsers behoorlijk op de lachspieren werken, want ze gebruiken twee van zijn werken om een visuele mop te creëren: ‘Enigma’ en het portret van Leopold II.

Het origineel voor dat laatste is van Nicolaas Van der Waay en heet ‘Staking van de ballerina’s’

Tussen juni en november wordt er in de pers met geen woord over Leempoels gerept; het is de periode dat hij in Londen verblijft, waar hij de drie portretten van de familie de Neufville schildert.

Leempoels maakt van die gelegenheid gebruik om in Londen te poseren voor een nieuwe foto. Die is gemaakt in de studio van Joseph John Elliott en Clarence Edmund Fry, aan Baker Street. Beide heren startten hun zaak in 1863 en hebben zowat iedereen met naam en faam voor hun lens gekregen. Een paar namen: Paul Kruger, Lord Tennyson, J.M. Barrie, Cecil Rhodes, John Everett Millais, Gustave Doré, Lawrence Alma Tadema, …
Tijdens WO II werd de studio getroffen tijdens een bombardement en daarbij gingen zo goed als alle oude negatieven verloren. Wat ze nog konden redden, ligt vandaag zorgvuldig bewaard in de ‘National Portrait Gallery’.

Het negatiefnummer van Leempoels' foto is in potlood op de achterkant genoteerd: ‘N° 195790a’. De zoekmachine van NPG geeft geen resultaat voor dit nummer en ook niet voor ‘Leempoels’; we mogen dan ook aannemen dat de negatieven niet meer bestaan.

Op Allerheiligen staat volgend artikeltje in ‘Het Handelsblad’. Er valt aan Leempoels en zijn portret van Leopold niet te ontkomen
01.11.1901 | HET HANDELSBLAD

In ‘Dietsche Warande en Belfort’ van 15 november wijdt E. de Grave een stuk aan ‘Onze schilders in Antwerpen’s Drijjaarlijksche Toogzaal’*. Hierin vinden we de enige gekende verwijzing terug naar het portret dat Leempoels in 1900 maakte van Catharina Van Medem, de echtgenote van Paul Wittouck.
15.11.1901 | DIETSCHE WARANDE EN BELFORT

*N.B.: het woord ‘toogzaal’ betekent blijkbaar ‘tentoonstellingsruimte’. Het duikt tot in de jaren '40 van vorige eeuw courant op in artikels in o.a. 'De Gentenaar', 'Het Volk', 'De Standaard' en andere Vlaamse kranten.
Op 21 november is er een verkoop van moderne schilderijen in de Sint Goedele-zaal in Brussel. Er gaat ook een niet nader genoemd werk van Leempoels onder de hamer.
17.11.1901 | L’INDÉPENDANCE BELGE


Opvallend in deze advertentie is het gebruik van de tijdsaanduiding ‘à deux heures de relevée’, indertijd een standaard uitdrukking die ‘om twee uur in de namiddag’ betekent.
De uitdrukking duikt ook vrij courant op in oude geboorte- en overlijdensaktes. Ze vindt haar oorsprong in de (oude) gewoonte om na het middageten even een dutje te doen. Een ‘power-napje’ zou men nu zeggen. Daarna stond men opnieuw op (‘on se relevait’) om zijn normale bezigheden verder te zetten. Vergelijk het met de siësta in het zuiden van Europa.
Van het zuiden naar het noorden is een kleine stap. De bekendheid van Leempoels kent geen grenzen en dus vinden we hem in 1901 ook in de in het Deens gepubliceerde ‘Skandinavische Encyclopedie’ van de gebroeders Salmonsen. Als de info klopt, was ‘Rêverie’ in 1897 te zien op een internationale kunsttentoonstelling in Kopenhagen. We weten meteen ook dat het model ‘uitdrukkingsvolle blauwgroene ogen’ had.
01.12.1901 | SALMONSENS STORE ILLUSTREREDE KONVERSATIONSLEKSIKON



댓글