top of page

1905

Writer: :: valentijn :::: valentijn ::

Updated: Feb 14


Jef Leempoels heeft duidelijk goede vrienden gemaakt in de VS…

In januari publiceert The Perry Magazine een artikel dat hij zelf graag aanhaalt in zijn overzichten. Onder de kop 'The Greatest Painter in Belgium' krijgt hij zeven pagina’s lang alle aandacht. Het artikel is geïllustreerd met een grote foto van de Meester zelf en vijf van zijn best gekende werken: “Young Sphinx”, “Destiny and Humanity”, “King Leopold of Belgium”, “Rêverie” en “Friendship

. . .

. . .

. . .

In België begint het jaar met een bericht uit de criminele sfeer... Er is ingebroken bij Leempoels!

Niet bij Jef, die zit nog aan de andere kant van de oceaan, maar bij zijn broer Frans, die intussen in Ternat woont en daar bezoek kreeg van dieven die het gemunt hadden op de lakens aan de wasdraad. Dat is voor ‘Het Laatste Nieuws’ belangrijk genoeg om op te nemen in de faits divers. Ook ‘Journal de Bruxelles’ maakt er gewag van, maar vermeldt de familieband tussen Frans en Jef niet.

16.02.1905   |   HET LAATSTE NIEUWS

 

‘Den gekenden kunstschilder’ zelf is neergestreken in de New-Yorkse wijk Flatbush, in Brooklyn, in die tijd een buurt die wel wat op zijn straat in Brussel zal geleken hebben.

04.03.1905    |   AMERICAN ART NEWS vol 3 issue 69

N° 24 East 21st Street ligt in het ‘Flatiron District’ in Manhattan, vlakbij Broadway en Gramercy Park. Het appartementsgebouw waar Leempoels zijn studio had, werd de ‘Gramercy Building’ genoemd. Het originele gebouw van rond 1870 is intussen verdwenen, maar de plek, vlakbij Gramercy Park, heeft zijn oude grandeur nog altijd behouden.

Op n° 24 staat tegenwoordig een gebouw van 9 verdiepingen uit 1935 dat omgevormd is tot de ‘Infinity Flats’. Beneden is een winkelruimte en erboven 8 appartementen, elk met een verkoopprijs tussen 5 en 7.75 miljoen dollar .

 

'The Evening World' komt in april tegemoet aan de wensen van iedereen die een goede kopie van 'Destiny and Mankind' aan de muur wil hebben.

08.04.1905    |   THE EVENING WORLD


1905 betekende ook ‘75 jaar onafhankelijk België’ en tegelijkertijd ‘40 jaar Leopold II op de troon’. En dus zet men in Luik een nieuwe ‘Exposition Universelle et Internationale’ op het getouw, 8 jaar na die van Brussel. Hoofddoel: het belang van de Luikse (staal)industrie in de schijnwerpers te zetten.

Deze wereldtentoonstelling liep van 27 april tot 6 november en trok 7 miljoen bezoekers. En niet te vergeten… ze maakten iets meer dan 75.000 frank winst!

Om de ‘beaux-arts’ hun plek te geven, kregen de architecten Soubre & Hasse de opdracht om een gepast gebouw te ontwerpen dat zijn plaats zou krijgen in het midden van het Parc de la Boverie.

Midden in een park? Uiteraard speelt brandveiligheid ook hier een belangrijke rol en o.a. dat zorgde ervoor dat het ‘Palais des Beaux-Arts de Liège’ niet afgebroken werd na de Exposition Universelle. Het kreeg in de loop van de jaren diverse bestemmingen. In 1988 werd het in zijn originele staat hersteld en het huisvest nu ‘La Boverie’, een museum dat een bezoek waard is, voor wie Luik aandoet.

  

Alleen maar goed nieuws… dat is vrij ongewoon. En even uitzonderlijk is ook dat de kranten bitter weinig aandacht besteden aan de ‘Salon de Liège’. Dat heeft te maken met was absurde toestanden. We proberen dat even te kaderen, en daarvoor beginnen we in maart.

10.03.1905 |   LE MATIN

Dat is duidelijk. Op 20 maart zou de (acceptatie)jury de aangeboden werken moeten keuren. Maar tien dagen eerder is er van een jury nog absoluut geen sprake...

Uiteindelijk hebben ze die in de daaropvolgende weken dan toch samengesteld. In het kader van wat gaat volgen, is het misschien raadzaam de namen mee te geven. Dit is het lijstje zoals het gepubliceerd is in de catalogus, perfect Belgisch: veel Brusselaars, aangevuld met iemand uit Antwerpen, uit Gent, uit Mechelen en twee uit Luik. En om niemand tegen het hoofd te stoten, een Luikse baron als voorzitter.

 

Maar die mannen doen wel hun werk. Misschien wel een beetje té goed, want een maand later gooit ‘Le Matin’ de knuppel in het hoenderhok met onderstaand berichtje dat niet veel goeds voorspelt. Er gaan mensen op hun tenen getrapt zijn. Daar gaat miserie en discussie van komen

14.04.1905   |   LE MATIN

 

Een dag later publiceert ‘La Meuse’ een stuk dat het gebrek aan zelfvertrouwen bij ‘de Luikenaar’ moet illustreren. Het is interessant om te zien dat ze Jef Leempoels resoluut bij de Vlamingen indelen.

15.04.1905   |   LA MEUSE

 

Nog een dag later komt 'l'Etoile belge' met nog meer informatie en een lijstje met 'gelukkigen' die mogen exposeren. Géén Leempoels 

16.04.1905   |   L’ÉTOILE BELGE

 

La Meuse’, de thuiskrant van Luik, neemt ‘s anderendaags het bovenstaand bericht van ‘l’Etoile’ integraal over en geeft voor- en achteraf een paar extra nieuwtjes.

17.04.1905   |   LA MEUSE

 

Et voilà... bienvenu à la fête belge: ‘De Walen’ bederven het spel door een nagelnieuw kunstpaleis te bouwen waar ze amper een paar honderd werken kunnen ophangen. Alles wel beschouwd is dat de schuld van ‘De Flaminganten’ die de jury domineren. En daarom gaan we ‘in Brussel’ aktie voeren.

Een paar dagen later krijgt ‘Le Matin’ het laatste woord. Daarna wordt het, zoals eerder al gezegd, héél erg stil rond de ‘Salon de Liège’.

22.04.1905   |   LE MATIN

 

 Wat ‘Le Matin’ de ‘dernier salon triennal de Bruxelles’ noemt, is dat van 1903. Het schilderij van Delville staat in de catalogus onder het nr. 278. De opbouw van het tableau doet – onwillekeurig – denken aan ‘De Handen’ van Leempoels.

L’Homme Dieu van Jean Delville (‘Groeninghemuseum’, Brugge)   -   rechts: detail van het centrale deel
L’Homme Dieu van Jean Delville (‘Groeninghemuseum’, Brugge)   -   rechts: detail van het centrale deel

Uiteindelijk heeft de hele commotie Jef Leempoels toch niet weerhouden om wél mee te doen in Luik. De twee werken die hij tentoonstelt, zijn in de catalogus vrij cryptisch benoemd, maar het gaat om de Heer en Mevrouw L(eempoels); anders gezegd, de portretten van zijn vader en moeder.

Op ogenblikken als dit blijft de vraag: wie behartigde Leempoels' zaken als hij in het buitenland zat? Zijn moeder? Een van zijn zussen? Een 'agent' of een bureau?

In de catalogus staan uiteindelijk 287 werken van Belgische kunstenaars. Van niemand zijn meer dan 2 werken geselecteerd en – ondanks de meerderheid aan Brusselse en Antwerpse kunstenaars – zijn er toch ook een 30-tal Waalse (en dan voornamelijk Luikse) artiesten aanwezig.

 

Octave Maus haalt in zijn ‘l’Art Moderne’ nog eens flink uit naar Leempoels.

25.04.1905   |   JOURNAL DE BRUXELLES

Het zal Jef Leempoels worst wezen wat ze in Brussel over hem schrijven… de (kunst)wereld draait verder. Ook ‘in den vreemde’ organiseert men salons. In het ‘Glaspalast’ in München, bijvoorbeeld. Leempoels laat zijn bedroefd zusterpaar naar Beieren sturen.

  25.04.1905   |   JOURNAL DE BRUXELLES

 

In mei verlaat Leempoels het ‘beloofde land’, ruim een jaar nadat hij naar de VS vertrok. ‘Het Laatste Nieuws’ meent te weten dat hij een aantal van de studies en schetsen die hij ginds maakte in zijn studio in Brussel verder wil uitwerken.

11.05.1905   |   HET LAATSTE NIEUWS

SS Kroonland, gebouwd door Cramp & Sons in Philadelphia, kwam in juni 1902 in de vaart bij de Red Star Line.
SS Kroonland, gebouwd door Cramp & Sons in Philadelphia, kwam in juni 1902 in de vaart bij de Red Star Line.

Terug thuis maakt Jef Leempoels quasi onmiddellijk van de gelegenheid gebruik om zich te tonen aan het brede publiek en zijn collega’s.

26.05.1905   |   LE PETIT BLEU DU MATIN

 

Commentaar over de ‘Painting of the Hands’ blijft intussen in het Angelsaksisch deel van de wereld van de schrijfmachines rollen. Ook in California en Nebraska, waar de volgende twee stukjes verschijnen. Het eerste komt uit ‘Pandex of the Press’, een maandblad dat door ‘The Calkins Newspaper Syndicate’ uitgegeven wordt in San Francisco. De Pandex lijkt een beetje op een vroege versie van ‘Reader’s Digest’: ditjes en datjes uit alle mogelijke sectoren met een lokkende titel als Speculation and its cost, Are the Jews too clannish, Arts advance to a new position, … Iedereen kan dat op een paar minuten lezen om weer ‘bij te zijn’.

01.06.1905   |   THE PANDEX OF THE PRESS

. . .

 

In Lincoln, de hoofdstad verschijnt ‘the Commoner’ die in zijn rubriek ‘Current Topics’ nog eens terugblikt op de St Louis exposition.

02.06.1905   |   THE COMMONER

 

De Leempoels-craze gaat ver, héél ver… Iedereen in de VS lijkt in 1905 bezeten van ‘Destiny and Mankind, the painting of the Hands’.

In het juli-nummer van ‘Ad Sense, a journal of advertising and business building’ is het werk afgebeeld met eronder de vraag: ‘Does it suggest the May cover of Everybody’s Magazine?’

Everybody’s Magazine’ was vrij populair in de beginjaren van de 20e eeuw, dankzij een gedoseerde mix van fictie en non-fictie, regelmatig doorspekt met spraakmakende artikels, zoals ‘Frenzied Finance’, dat in mei 1905 op de voorpagina staat.

En eerlijk… het is niet abnormaal dat de redacteurs van ‘Ad Sense’ er een (subtiele) verwijzing naar het schilderij van Leempoels in zagen.

 

 Minder dan een maand na zijn terugkeer uit Amerika exposeert Jef Leempoels al in zijn eigen ‘Kunst- en Letterkring’. De Vauxhall in het Warandepark is opnieuw van hem (en van Jan Van Beers).

04.06.1905   |   HET NIEUWS VAN DEN DAG

 

 06.06.1905   |   JOURNAL DE BRUXELLES


 06.06.1905   |   L’INDÉPENDANCE BELGE

 

Jan Van Beers (1852-1927) die in het bovenstaande artikel vernoemd wordt, is een buitenbeentje. Bejubeld voor zijn historische tableaux in eigen land, probeerde hij het in 1878 te maken in Parijs. De ontvangst in de lichtstad viel wat koeler uit dan hij gehoopt had en dus zocht hij naar nieuwe benaderingen. Die vond hij in de (hyper)realistische, bijna fotografische portretten van dames die in alle denkbare poses over sofas en zetels gedrapeerd hangen. Een beetje à la Gandara. En meteen een overweldigend succes in de mondaine kringen!

Van Beers experimenteert ook met het nieuwe medium fotografie. Als hij in 1881 met zijn nieuwe stijl uitpakt op de Salon van Brussel, beschuldigen critici hem ervan dat hij een foto simpelweg overschilderd heeft. Het komt zelfs tot een rechtszaak waarbij Van Beers de journalist Lucien Solvay van eerroof beticht. Hij verliest de zaak, maar ze is wel de springplank die hem voor de rest van zijn leven rijk en beroemd zal maken.

25 jaar later wordt over die affaire niet meer over gerept. Het taboe rond het gebruik van foto’s door portrettisten is al lang doorbroken. Ook Jef Leempoels zal er nog volop gebruik van maken.

 

06.06.1905   |   HET LAATSTE NIEUWS

 

Zelfs als Jef niét in persoon in Amerika is, is hij toch een beetje aanwezig in Amerika...

 07.08.1905   |   LE VINGTIÈME SIÈCLE


In de paar maanden dat hij terug in Brussel was, heeft Jef Leempoels de tijd gevonden om met architect Albert Huvenne de laatste hand te leggen aan zijn nieuwe woning in de Amerikaansestraat. Het huis op nr. 170 staat er nog altijd, maar de studio op de bovenste verdieping is in 1970 afgebroken en omgebouwd tot een dakterras.

Op de website met de inventaris van het bouwkundig erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk gewest is het als volgt omschreven: ‘Symmetrische compositie onder mansardedak. Gevel in witsteen. Benedenverdieping met schijnvoegen. Vensters onder gedrukte boog. In tweede bouwlaag glasdeuren met ijzeren borstwering, in derde bouwlaag vensters met leuning. Brede ijzeren glasdeur met in bovenlicht initialen van de kunstenaar.’


Van 2013 tot 2021 had de bekende Parijse stoffeerder ‘Maison Brazet’ hier zijn Belgische atelier. Bij de officiële opening verscheen er op CanalBlog een online artikel met enkele foto’s die een zeldzame inkijk geven op de binnenkant anno 2017.

  

In september 1905 stapt Jef Leempoels in Antwerpen aan boord van de ‘S.S. Finland’ en steekt opnieuw de Atlantische Oceaan over, richting Port of New York.

Passagierslijst van de Finland, afgevaren op 16.09 in Antwerpen, verwacht in NY op 25.09.1905
Passagierslijst van de Finland, afgevaren op 16.09 in Antwerpen, verwacht in NY op 25.09.1905

17.09.1905   |   HET HANDELSBLAD

Van de genoemde reisgezellen van Leempoels is Mgr. Van Waesberghe de illustere onbekende. Mgr. Van de Vyver, geboren in Haasdonk, was bisschop in Richmond in de V.S. en op terugreis naar zijn bisdom, na een familiebezoek in België.

De ‘bekende chauffeur’ is eigenlijk een vroege autocoureur. Camille Jenatzy zal bij de meesten geen belletje doen rinkelen, maar een foto van ‘La Jamais Contente’ helpt misschien. Jenatzy was de zoon van een Schaarbeekse bandenfabrikant en vestigde in 1899 driemaal het wereldsnelheidsrecord op land. De derde keer was dat met zijn zelfgebouwde ‘la Jamais Contente’ en dat was meteen de eerste keer dat iemand sneller dan 100 km/u reed, 105,88 km/u om precies te zijn. 10 jaar later verdubbelde hij dat tot boven 200 km/u in een Mercedes.

Hij was met de Finland op weg naar de VS om deel te nemen aan de ‘Vanderbilt Cup Race’ die op zaterdag 14 oktober verreden werd op Long Island in New York. Er waren 19 wagens aan de start, Jenatzy werd met zijn Mercedes 15e na mechanische pech

Jenatzy had in zijn carrière diverse ongevallen aan hoge snelheid, maar raakte nooit zwaargewond. Zijn dood is dan ook vrij eigenaardig. Hij kwam om bij een jachtongeval toen hij geraakt werd door een kogel uit het geweer van Alfred Madoux, de directeur van ‘l’Etoile belge’. In de dagen na het ongeval werd gesproken van een hert of een everzwijn dat tussen Madoux en Jenatzy doorliep, waarbij een schot van Madoux – een ervaren jager – Jenatzy in de dij raakte. Dat veroorzaakte een slagaderlijke bloeding die niet meer te stoppen viel. Naderhand las men wel vaker dat Jenatzy de flauwe plezante wilde uithangen, zich in een struik verstopte en het geluid van een wild everzwijn nabootste, waarop Madoux hem onwetend aanschoot. 

 

Voor wie er aan zou twijfelen... het was 'duty calls' voor Leempoels. Men had hem nodig in New York.

18.09.1905   |   HET LAATSTE NIEUWS

 

In de korte tijd dat hij in Brussel was, heeft hij zijn ‘Johannes de Doper’ ingepakt en naar Wenen laten sturen, waar de ‘Wiener Sezession’ een tentoonstelling van religieus werk organiseert. Hij is met Gaugin en Frédéric in goed gezelschap.

13.10.1905   |   KUNSTCHRONIK – WOCHENSCHRIFT FÜR KUNST

 

Leempoels’ ‘return to America’ is niet onopgemerkt voorbijgegaan en het nieuws dat hij weer in New York aan het werk is, doet heel snel de ronde…

03.12.1905    |   NEW YORK TIMES

 … net als zijn adres en zijn ‘openingsuren’ voor wie geïnteresseerd is in zijn diensten.

24.12.1905    |   NEW YORK TIMES

Het pand op 6, West 28th Street, vlak bij 5th Avenue, waar Jef eind 1905 zijn studio inricht, heeft een rijk gevulde geschiedenis. Wie de details wil lezen, raden wij de onderstaande blogpagina uit 2013 aan. Het geeft een overzicht van zowel het gebouw, zijn wat aparte bewoners/eigenaars en van bepaalde ‘bewogen momenten’ in de bijna 150 jaar van zijn bestaan.

 

In zijn zondagseditie van 10 december publiceert de ‘New York Times’ een lang artikel met een interview. De inleiding is de zoveelste lofzang op ‘Destin’, ‘The Young Sphinx’ en ‘Friendship’ (allemaal afgebeeld in het artikel). Het interview zelf geeft een aardige inkijk op de ideeën van Jef Leempoels.

. . .

Jef Leempoels doet in dit artikel een paar vrij opvallende uitspraken, die – als ze waarheidsgetrouw opgetekend en weergegeven zijn – wenkbrauwen zullen doen fronsen in Brussel: ‘Het Hof doet niets voor de kunst’, ‘De adel is verpauperd’, ‘De vrouwen in New York zien er veel beter uit dan in Brussel’, ‘Ik spreek Vlaams om met het werkvolk te praten’, …

 

Op 30.12, het moment dat ‘Het Handelsblad’ een bijna exacte kopie van het artikel uit de ‘New York Times’ van 03.12 publiceert, staat er in ‘American Art News’:

Wat er zo dringend was dat Leempoels halsoverkop terug naar België moest is (nog) niet duidelijk. Misschien problemen met de aannemer of met de architect…?

 

Om het jaar helemaal af te sluiten, nog twee fait-divers.

Bij Putnam’s & Sons verschijnt het boek ‘The Story of the Congo Free State’, van Henry Wellington Wack. Het boek is geïllustreerd met een honderdtal foto’s en gravures en op de openingspagina staat een detail van Leempoels' portret van Leopold II.

 

In Duitsland verschijnt ‘Wer ist’s – Unsere Zeitgenossenlexikon’, ook met een lemma over Leempoels. Een schoolvoorbeeld van hoe je een carrièreoverzicht geeft in 10 lijntjes.



 
 
 

Recent Posts

See All

Comments


​+     +     +     +     +     +    +     +

Een speciale vermelding is er voor Dr. Alfons Leempoels (1917-2024), Paula Leempoels en Staf De Keyser;
zij verdienen een hartelijke en warme "dankuwel" voor hun welgekomen bijdrage aan het tot stand komen van deze monografie.

+     +     +     +     +     +    +     +

Disclaimer:

To my best knowledge, all information and images used on this site are in the public domain or sourced from sites that grant researchers exemption from all royalties for the use in scientific and academic publications. If - despite my best intentions - you think you are entitled to certain rights, please inform me by e-mail. I will take appropriate action a.s.a.p.

​"Vers l'idéal" is intended for informational purposes only. While I strive for accuracy, I cannot guarantee that all content is completely up-to-date, correct or error-free. Please verify any information before relying on it.

bottom of page