
Nieuwjaar is amper voorbij en Jef Leempoels zet een punt achter zijn ‘Amerikaans Avontuur’.
'American Art News’ heeft het eerst nog over een gezondheidstrip om van een hardnekkige griep af te geraken, maar een goede week later lijkt het toch dat ‘Le Petit Bleu’ zijn definitieve rentree aankondigt.
18.01.1908 | AMERICAN ART NEWS

28.02.1908 | LE PETIT BLEU DU MATIN

Nu die episode ten einde is, kunnen we even terugblikken op wat bijna 5 jaar pendelen tussen Brussel en New York opgeleverd heeft, naast eeuwigdurende roem en bewondering
Zijn productiefste jaar was zonder enige twijfel 1904. Jef Leempoels was dat jaar op missie in Canada en de VS en hij heeft zich op tijd en stond in de natuur geïnstalleerd en van de nieuwe, weidse zichten genoten. Het resultaat: 19 landschappen en 9 zeezichten. Een groot aantal daarvan, zoals onder '1904' aangehaald, is geschilderd in de weken na het overlijden van zijn vader.
Het geld voor zijn reizen, zijn verblijf en zijn onkosten – voor zover die niet gedragen werden door zijn opdrachtgever, de Belgische Staat – is met grote zekerheid gegenereerd door de 13 portretten die hij maakte en waarvan er 6 betaald zijn uit het fortuin van Mrs. E.W. Bliss. Hier rekenen we gemakshalve de kopie van het portret van John Taylor Johnston bij, maar uiteraard niet de 3 zelfportretten die hij in New York maakte.
Het gaat om de portretten van:
Pierre Mali, consul in NY
Mrs. Frances Johnston (echtgenote van Pierre Mali)
Mrs. E.W. Bliss, (3x)
James Warren Lane (schoonzoon van Mrs. Bliss)
Mortimer Lane (kleinzoon van Mrs. Bliss)
Mrs. James Lane en haar kinderen (dochter en kleinkinderen van Mrs. Bliss)
Henry Siegel
Mrs. Henry Siegel (Siegels tweede vrouw, Marie Vaughan Wilde)
Mrs. J. Langeloth (geb. Valeria Knapp)
Barones Moncheur, vrouw van de Belgische minister in Washington.
John Taylor Johnston (kopie)
Wie meer wil weten over wie de mensen waren die Jef Leempoels portretteerde, vindt uitgebreide info in de bijlage op deze monografie met de titel: ‘Wie waren de mensen die Leempoels portretteerde?’.
Naast de ‘Belgische connectie’ van consul Pierre Mali en minister Ludovic Moncheur, gaat het vooral over drie Amerikaanse ondernemers en hun familie: Eliphalet Williams Bliss, was gespecialiseerd in machinebouw, Henri Siegel runde gigantische textielwinkels en Jacob Langeloth handelde in metalen. Info over die firma’s en de levensverhalen van hun stichters, vaak met een immigratie-achtergrond, zijn vlot op Internet terug te vinden. Ze vormen interessante lectuur voor wie meer inzicht wil in vrij ondernemerschap aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw
Terug in België, lijkt het ‘gewone’ kunstenaarsleven zich te hernemen: het seizoen start zoals gewoonlijk in april, met de ‘Nationale’ in Parijs. Erg veel woorden worden er niet aan verspild.
19.04.1908 | LE PETIT BLEU DU MATIN


05.05.1908 | NEUE FREIE PRESSE

In juni is er de triënnale in Brussel. De catalogi van deze salon van Brussel zijn t/m 1907 terug te vinden op 'Internet Archive', maar latere versies ontbreken momenteel nog.
04.06.1908 | L’INDÉPENDANCE BELGE

Zowel in Parijs als in Brussel is er een zelfportret van Leempoels te zien. Het gaat dan hoogstwaarschijnlijk over één van de drie werken die hij in New York gemaakt heeft. Misschien het onderstaande?

De rest van het jaar blijft Leempoels (on)opvallend onder de radar… geen enkele (Brusselse) krant maakt melding van zijn aanwezigheid op feestjes of andere social events. Hij is op 8 januari in Amerika vertrokken en zal rond de 15e in België aangekomen zijn. De info in ‘American Art News’ dat hij het betere weer ging opzoeken aan de Riviera en in Italië lijkt te kloppen, want ergens in het voorjaar schildert hij 4 werkjes van 22 bij 16 cm in Venetië. Één daarvan benoemt hij als ‘Rio Santovata’, wat - met een blik op Google maps - meer dan waarschijnlijk de rio San Trovaso is, die ter hoogte van het Palazzo Rocca van het Canal Grande aftakt. De Gallerie Accademia zijn vlakbij en Jef zal dat museum zeker bezocht hebben.
Verder schildert hij in 1908 slechts vier werken; allemaal met jonge vrouwen. De beschrijving van ‘Rayon d’Or’ in zijn memorandum: ‘Jonge vrouw van 25 jaar met open kleed, de rechterhand aan de wang, de linkerhand rust op de rechterschouder. De figuur is verlicht door een warm licht.’
Dat doet onwillekeurig denken aan een jongedame waar we binnenkort kennis mee gaan maken. Die is geboren in 1882 en dus 25 of 26 in 1908. Er is nog geen afbeelding van 'Rayon d'or', maar er bestaat een ‘croquis’ uit 1911, die op ‘Rayon d’Or’ gebaseerd is en bestemd als illustratie bij een artikel in ‘la Belgique artistique et littéraire’. De jongedame op die tekening heeft een kapsel dat identiek is als dat van de vrouw op ‘La lettre’ en ze draagt zelfs dezelfde knopvormige oorbellen. En de pose met de hand aan de wang is er een die de jongedame in kwestie op meerdere werken aanneemt. Mogelijk kijken we in beide werken naar een afbeelding van dezelfde vrouw die Jef Leempoels blijkbaar beter heeft leren kennen.
Er duiken her en der wel korte berichtjes op dat er werk van hem te zien is op kleinere evenementen. In België o.a. op ‘une petite exposition’ in Spa, begin augustus en een ‘jolie exposition’ in het Kursaal van Oostende, in september.

In het Duitse weekblad ‘Die Werkstatt der Kunst’ vinden we aankondigingen dat werk van Jef Leempoels te zien is in de galerij van Jacques Casper in Berlijn, bij de ‘Württembergischen Kunstverein’ in Stuttgart en bij de ‘Badischen Kunstverein’ in Karlsruhe.
Zouden dat de tentoonstellingen zijn waar 'American Art News' naar verwijst in januari?
Rond het jaareinde verschijnt er een bericht over de ‘Sendung Nr. 12 des Süddeutschen Turnus’, die op 28 december in gang gezet is en bijna een dozijn steden in Zuid-Duitsland aandoet.

Wat is een Turnus?
Daarop vinden we een antwoord in het ‘Kunsthandbuch für Deutschland’ dat in 1897 bij De Gruyter uitgegeven werd, met als ondertitel ‘Verzeichnis der Behörden, Sammlungen, Lehranstalten und Vereine für Kunst, Kunstgewerbe und Altertumskunde’.
Met noemt het ook ‘Wanderausstellungen’; rondreizende tentoonstellingen die vanaf halfweg de 19e eeuw, binnen een bepaalde landstreek georganiseerd werden om de interesse voor kunst zo breed mogelijk uit te dragen. Afhankelijk van het aantal werken en de grootte van de stad, bleef zo’n tentoonstelling tussen pakweg 10 dagen en 6 weken toegankelijk op eenzelfde plaats. Ook in andere Duitstalige regio’s, en dan vooral in de berglanden Oostenrijk en Zwitserland, waren jaarlijkse Turnus-Ausstellungen goed ingeburgerd.

‘L’Éventail’ pakt nog altijd graag uit met lange lijsten namen van wie erop mondaine manifestaties aanwezig waren. Eind november is er een huldiging van Emile Verhaeren, de dichter, kunstcriticus en symbolist. Op het feestje zijn opvallend veel jongedochters aanwezig… en 'le peintre Leempoels' uiteraard.
29.11.1908 | L’ÉVENTAIL

.
Het is alweer december en in New York zaten sommigen blijkbaar toch uit te kijken naar een nieuwe passage van Leempoels. Ze zullen nog even geduld moeten oefenen... ‘American Art News’ krijgt alvast informatie uit ‘doorgaans welingelichte bronnen’ toegespeeld.
19.12.1908 | AMERICAN ART NEWS

‘Destin et l’humanité’ was jarenlang een inspiratiebron voor andere kunstenaars. Het werk werd opgepikt door grafici om er posters mee te maken, advertenties, spotprenten en karikaturen.
Een wat vergeten tak van de grafische kunsten zijn ‘ex-libris’. Walter von Zur Westen (1871-1948) was een groot liefhebber en verzamelaar van die kleinoden en hij publiceerde regelmatig info over de nieuwste pareltjes die hij ontdekt had.

1908 | EX-LIBRIS


In december 2023 hield 'Dorotheum' een veiling van ex-libris van Alfred Cossman, waarbij ook werk voor Priebsch zat. Een van de foto's van de aangeboden werkjes toont een fragmentje waarop de buste van Dante en een hand te zien is...

Comments