
Iemand die het doen en laten van Leempoels kent, houdt de kunstliefhebbers aan de overkant van de oceaan regelmatig op de hoogte van Leempoels’ doen en laten in Brussel…
13.01.1912 | AMERICAN ART NEWS

De werklui van Leempoels zijn begin 1912 te gast in het ’Paleis voor Schone Kunsten' van Monte Carlo. Ze krijgen alvast een vermelding in ‘Le Matin’.
28.02.1912 | LE MATIN

Op de ‘Nationale’ in Parijs zijn er minstens twee werken van Leempoels te zien.
Het ene is het portret van mevrouw Leempoels dat hier nog de titel ‘En été’ draagt. Op de redactie van ‘La Croix’ noemen ze het gemakshalve ‘Femme à l’ombrelle’.
Het tweede is ‘Au jardin’, de dame in het wit die met haar hondje in de tuin zit. De recensent van ‘La Croix’ slaagt erin de twee hoofdrolspelers volledig over het hoofd te zien; hij vindt het schilderij ‘un jardin superbe’. Heeft die opmerking Jef Leempoels aangezet heeft om de achtergrond te herwerken tot een simpele witte muur, waardoor vrouw en hond toch alle aandacht krijgen die ze verdienen?
13.04.1912 | LA CROIX

Pascal Forthuny kent Leempoels ‘van vroeger’ en heeft het in ‘l’Aéro’ – dagblad voor ‘Aviation, Automobile, Cyclisme, Tous Sports’ – over de verschillen met nu.
15.04.1912 | L’AÉRO

15.04.1912 | LA CÔTE

20.04.1912 | JOURNAL DES ARTS


De recensent van ‘Neue Freie Presse’ zag een paar van zijn geliefde meesters in een minder goede doen en hij laat dat ook merken in zijn commentaren.
24.04.1912 | NEUE FREIE PRESSE

Madeleine Clémenceau-Jacquemaire, dochter van de staatsman Georges Clémenceau, is de Parijse correspondente van het Brusselse geïllustreerde maandblad ‘l’Expansion Belge’. In het julinummer blikt ze terug op de voorbij salons. Een van de schaarse gelegenheden dat een vrouw haar mening geeft over kunst.
01.07.1912 | L’EXPANSION BELGE

Ruim drie maanden lang loopt er in het ‘Stedelijk Museum van Amsterdam’ een tentoonstelling van hedendaagse kunst, waarop Jef Leempoels aanwezig is met twee werken die hij 20 jaar geleden schilderde. De Nederlandse recensenten noemen het ‘een curiositeit’…

23.04.1912 | NIEUWSBLAD VAN HET NOORDEN

27.04.1912 | DE WEEK

18.05.1912 | DE KUNST


Op de ‘10e Biennale van Venetië’ krijgt de Belgische delegatie opnieuw onderdak in haar eigen paviljoen.

Veel aandacht gaat op dit salon naar Fernand Khnopff en naar Isidoor Opsomer, wiens triptiek ‘Processie in Lier’ erg in de smaak valt. Het werk is in de catalogus afgebeeld op p. 275.

In ‘Le Journal de Bruxelles’ (op 27.04) en ‘Le Matin’ (op 01.05) vinden we verwijzingen terug dat ook Jef Leempoels op de Mostra zou aanwezig zijn met een interieurstudie. In de officiële catalogus is Leempoels echter niet vermeld. Misschien heeft dat te maken met Hyppolite Fierens-Gevaert die de selectie maakte. Fierens en Leempoels waren niet meteen de beste vrienden.
In mei is er in Brussel het ‘Salon de Printemps’ en dat is deze keer gewijd aan religieuze kunst.

‘l’Indépendance’ wijdt een uitgebreid stuk aan de plaats en het belang van deze tak in de huidige tijd en vermeldt ergens halverwege het volgende:
13.05.1912 | L’INDÉPENDANCE BELGE

Hmmm... Wie het oeuvre van Leempoels een beetje kent, kan nog moeilijk van een 'accident de parcours' spreken. Daarvoor heeft hij inmiddels een beetje te veel Jesuskes geproduceerd...
‘Le Vingtième Siècle’ heeft bedenkingen bij o.a. het werk van Opsomer, Richir en Leempoels.
12.06.1912 | LE VINGTIÈME SIÈCLE

Bij ‘Durendal’ is Leempoels' Johannes de Doper zelfs aanleiding tot een grapje…


Raymond Nyst had het in april gelanceerd in ‘La Belgique Artistique’.
En inderdaad… het lijkt alsof Leempoels Johannes een lichte zweem van khôl rond de ogen gezet heeft
Louis Dumont-Wilden is naar een tentoonstelling van de Italiaanse futuristen geweest en hij probeert zijn lezers duidelijk te maken wat ze daar mogen verwachten. Jef Leempoels moet daar een handje bij helpen…
09.06.1912 | L’ÉVENTAIL


Het laat zich raden wat Dumont-Wilden gezien heeft... 'Automobile in corsa' van Luigi Russulo (l) en 'Dinamismo di un ciclista van Umberto Boccioni (r) zijn twee voorbeelden van 'zoekplaatjes' die hij aanhaalt.
De ‘Triënnale van Luik’ wordt helaas opnieuw overschaduwd door ordinair communautair gekibbel.
‘Het Handelsblad’ heeft daar genoeg van.
13.06.1912 | HET HANDELSBLAD

Uit dit korte stukje in ‘American Art News’, blijkt opnieuw dat Jef Leempoels aan zijn verblijf in de VS goede contacten overgehouden heeft. Hij voert op (on)regelmatige tijdstippen correspondentie met kranten en tijdschriften en zijn informatie haalt vrij regelmatig de publicaties.
11.10.1912 | AMERICAN ART NEWS

We krijgen op deze manier ook een goed idee van zijn ‘whereabouts’ in 1912. Hij is zo te zien ergens in maart de oceaan overgestoken naar New York (wellicht met de Red Star Line vanuit Antwerpen).
In New York heeft hij het portret van Mr. Samuel Hale Pearson geschilderd.
Begin april is hij dan in New York aan boord gegaan van een schip dat hem naar Brazilië gebracht heeft, zo goed als zeker als ontspanning.
In mei is hij dan doorgevaren naar Argentinië, waar hij ongeveer vier maanden gebleven is. Volgens zijn aantekeningen in zijn memorandum heeft hij de overige drie portretten uit 1912 in Buenos Aires geschilderd.
Tussen 3 en 30 juni exposeerde hij – individueel – bij ‘Philipon’, zoals op 15 mei aangekondigd in het dagblad ‘La Aurora’ en het tijdschrift ‘La Dirección’.
In ‘Salones Y Marchantes de Arte en la Argentina (1890-1925)’ schrijft Rodrigo Gutiérrez Viñuales
‘In die tijd ontstonden er in Buenos Aires kunsthuizen zoals Philipon, een filiaal van de gelijknamige Parijse galerie, die in 1912, het jaar van opening, een tentoonstelling organiseerde van de Sevilliaan Gustavo Bacarisas; en er was de London Gallery gewijd aan de promotie van Engelse schilderkunst. Philipon, geleid door Ignacio Caride en Pedro Bercetche, verdween rond 1914; de London Gallery, geleid door Eduardo Haynes, verwierf ook niet echt bekendheid. Net zomin trouwens als L'Eclectique, een filiaal van de Parijse galerie met dezelfde naam, geopend in 1912 door de Franse schilder Pierre Calmettes, die eerder verbonden was geweest aan de Salon Fumières, en Casa Brunner.’
Archivo Español de Arte, Madrid, Nº 286, 1999, pp. 159-170.
American Art News vergeet trouwens te vermelden dat Mevr. Leempoels, haar man vergezeld heeft op deze trip naar een aantal plekken die hij, bijna 10 jaar eerder, alleen bezocht had. Het is pas bij hun terugkeer in september dat ‘l’Eventail’ zijn lezers toch even duidelijk maakt dat ze niet alleen achtergebleven is in Brussel.
De Zuid-Amerikaanse trip hebben zij zo goed als zeker gemaakt met een schip van de ‘Lamport & Holt Line’, een Britse maatschappij. Hun ‘V-schepen’, de ‘S.S. Verdi, Vestris en Vasari’ werden ingezet op de regelmatige lijnverbinding van New York naar Buenos Aires, via Barbados, Bahia, Rio de Janeiro en Santos Montevideo. De Verdi voer zuidwaarts in mei 1912.

Links de vaarroute en de ‘ports of call’ van de L+H line, rechts een impressie van ‘first class’.

De SS Verdi verging op 22 augustus 1917 na een torpedo-aanval door de Duitse onderzeeër U-53.
Het schip voer op dat ogenblik van New York naar Liverpool.
Tegen eind september, na een trip van bijna een half jaar, komen Jef en Georgette terug thuis.
22.09.1912 | L’ÉVENTAIL

Eind november is iedereen van naam in de muntschouwburg voor een opvoering van ‘Le Chant de la Cloche’ van Vincent d’Indy (een eerbetoon aan zijn mentor César Franck).

We geven slechts een fractie weer van de lange lijst aanwezigen die ‘l’Eventail’ publiceert. De Munt heeft vandaag 1152 plaatsen, en de recensent van dienst is erin geslaagd om ze zo goed als allemaal in zijn overzicht te proppen. De allerlaatste in het lijstje is Leempoels.
Het lijkt er trouwens op dat Jef Leempoels altijd alleen op stap gaat om van de leuke dingen des levens te genieten. Dat is uiteraard niet zo; het heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat hij nog niet zo lang gehuwd is en dat de journalisten ‘madame Leempoels’ nog niet zo vlot herkennen in het gewoel voor en na de voorstelling.
24.11.1912 | L’ÉVENTAIL

Om het jaar gepast af te sluiten wijdt een Frans weekblad een volledige pagina aan alles wat met thee te maken heeft. Om het te illustreren gebruiken ze – gevraagd of ongevraagd – een werk van Leempoels.
29.12.1912 | LES ANNALES POLITIQUES ET LITTÉRAIRES



Comments