top of page

1935

Writer: :: valentijn :::: valentijn ::

Updated: Feb 14


Charles Bernard en Jef Leempoels… het blijft tot het einde een wat aparte relatie. Ze kunnen elkaar niet uitstaan en toch duikt Leempoels altijd weer opnieuw op in de verhaaltjes van Bernard’s rubrieken voor la Nation Belge. Soms met een knipoog…

03.02.1935  |   LA NATION BELGE


Het Staatsblad deelt op dinsdag 9 april 1935 mee dat Jef Leempoels benoemd is tot Commandeur in de Leopoldsorde, de belangrijkste en hoogste Belgische onderscheiding.

  

Twee dagen later, op donderdag 11 april, om kwart na tien ’s avonds, overlijdt Jef Leempoels in zijn woning aan de Amerikaansestraat 170 in Elsene, een maand voor zijn 68e verjaardag. Die ultieme onderscheiding kwam net op tijd om in de aankondiging van zijn overlijden opgenomen te worden.

 

Nog twee dagen later, op zaterdag 13 april, gaan zijn broer Frans met zijn zoon Albert (de andere schilder in de familie) naar het gemeentehuis in Elsene om aangifte te doen. Frans is dan al gepensioneerd; zijn zoon werkt als hoofdvertaler op het ministerie van Justitie.

 

De volgende dagen staat het nieuws in zowat alle kranten, zowel in binnen als buitenland: Algemeen Handelsblad, De Gentenaar, De Standaard, De Telegraaf, Gazet van Antwerpen, Gazette de Charleroi, Het Laatste Nieuws, Het Nieuws van den Dag, Het Nieuwsblad, Het Volk, La Dernière Heure, La Meuse, La Nation Belge, Le Soir, Le Vingtième Siècle, L’Etoile Belge, Vers l’Avenir, De Schelde, Het Vaderland, Le Peuple, Excelsior, La Wallonie, Le Temps, De Geldersche en Nijmeegsche Courant, El Tiempo ....

 

Terwijl de meeste kranten de voorgekauwde berichtjes gewoon overnemen – getuige het stukje over de lang aanslepende hartkwaal waar La Dernière Heure als eerste naar verwees – of gewoon wat verzinnen – de schilder die vooral in de Kempen actief was – zijn er ook recensenten die in eer en geweten zeggen wat ze denken.

13.04.1935  |   L’ÉTOILE BELGE

 

14.04.1935  |   LE PEUPLE – LA WALLONIE


De recensent van La Libre Belgique schetst in een paar lijntjes het (on)geluk dat Jef Leempoels had om zijn meesterwerk al vrij vroeg in zijn carrière te schilderen.

14.04.1935  |   LA LIBRE BELGIQUE

 


16.04.1935  |   LA DERNIÈRE HEURE


Een paar dagen na zijn begrafenis vindt een journalist van Vooruit dat hij en niemand anders de finale versie van de waarheid mag geven… Jef Leempoels zelf is voor een dergelijke faux-pas ooit nog publiekelijk aan de schandpaal genageld.

20.04.1935  |   VOORUIT

 

En dat het duidelijk mag zijn : wie Leempoels niet kon uitstaan bij leven, zal niet van gedachten veranderen nu hij dood is. Tot die groep behoort o.a. Louis Pierard, die dat nog eens laat blijken in een artikeltje over Pierre De Soete.

05.05.1935  |   LE PEUPLE

 


Jef Leempoels en Georgette van Huele liggen samen begraven op het kerkhof in Elsene, in de grafkelder 4999 op rij O1. In tegenstelling tot de vrij opvallende grafmonumenten van een aantal andere artiesten, ligt Jef onder een eenvoudige steen, zonder verdere aanduiding van wie hij was of wat hij gedaan heeft.

 

Eigenaardig genoeg was dat deel van het kerkhof nog niet ingericht toen Jef Leempoels overleed. Hij werd in eerste instantie begraven in wachtkelder 19 en pas op 4 september 1935, bijna vijf maanden later, overgebracht naar zijn laatste rustplaats.

Aan het onthaal van het kerkhof, links van de ingang, kan je een brochure vragen (ook online te lezen via De begraafplaats van Elsene, een stad in het klein by Ixelles | Elsene - Issuu).

Daarin vind je alle uitleg om een paar uur rond te lopen en een plannetje om the rich and famous van Elsene op te zoeken: Constantin Meunier, de familie Neuhaus, Marcel Broodthaers, de familie Solvay, Camille Lemonnier, Antoine Wiertz, Charles de Coster, Eugène Isaye, …

  


Het rode cirkeltje geeft het graf van Jef en Georgette aan. Het rode pijltje geeft de ingang aan.
Het rode cirkeltje geeft het graf van Jef en Georgette aan. Het rode pijltje geeft de ingang aan.

Minder dan een maand nadat Jef Leempoels overleden is, wordt een werk van hem geveild in Wenen. Het Neues Wiener Journal brengt de standaard advertentie van het Dorotheum, het veilinghuis. Daaruit blijkt dat er een vrijwillige verkoop van een inboedel plaatsvindt aan de Goldeggasse 2.

09.05.1935  |   NEUES WIENER JOURNAL

  

Het Neues Wiener Tagblatt geeft ook de titel - Les Éplorés - en noemt het schilderij ‘vermeldenswaard’. De krant is daarmee voldoende kies om niet te schrijven dat een dergelijk werk, van een net overleden meester, een absolute buitenkans is voor de startprijs van 1200 shilling.

09.05.1935  |   NEUES WIENER TAGBLATT


Verdere informatie laat echter vermoeden dat Les Éplorés niet verkocht werd op deze veiling…

De Goldeggasse 2 is een groot wooncomplex op de hoek met de Prinz Eugenstraße, opgedeeld in diverse kantoren, praktijken en appartementen. De vertrekken die op de Prinz Eugenstraße uitkijken, bieden ook zicht op het ruime park met de botanische tuinen en het Schloss Belvedère.

De website Wien Geschichte Wiki geeft info over welke bekende personen op welk adres wonen/woonden en vermeldt dat hier het echtpaar Rudolf en Marie Goldscheid verbleef. Rudolf was filosoof, socioloog en schrijver; Marie was actief in de vrouwenbeweging, o.a. als vice-voorzitter van de Oostenrijkse afdeling van de Internationale Frauenliga für Frieden und Freiheit.

En die M. Goldscheid is toevallig de man die in Journal de Bruxelles – na de Biënnale van Venetië – genoemd wordt als koper van Les Éplorés (zie 22.11.1909).

Rudolf is een paar jaar eerder overleden en het is mogelijk dat Maria kleiner wil gaan wonen, of andere, (financiële?) problemen heeft en daarom besluit een deel van de inboedel te verkopen.

 

Het werk staat netjes in de catalogus afgebeeld, zij het met een typfoutje in de titel.


R. en M. Goldscheid in 1930, op Rudolfs 60e verjaardag     |     het overlijdensbericht van Rudol  
R. en M. Goldscheid in 1930, op Rudolfs 60e verjaardag     |     het overlijdensbericht van Rudol  

Les Éplorés maakt vandaag deel uit van de collectie van de Galerie Belvedère, het museum dat gevestigd is op de bovenverdieping van Schloss Belvedère.  De website van de Galerie vermeldt dat het werk hen in 1939 toekwam via een legaat van Marie Goldscheid, die op 09.11.1938 overleed.

Waarom is het werk nog 3 jaar in het bezit van Maria Goldscheid gebleven? De meest voor de hand liggende uitleg is dat het museum het werk wel degelijk gekocht heeft. Maar mogelijk was Marie er zo aan gehecht dat ze samen een regeling uitgewerkt hebben.

 

 

Op 24 mei 1935 stelt notaris Jean Dewael een document op dat de voornaamste voorwaarden bevat van twee testamenten die Jef Leempoels eerder bij hem neergelegd heeft. Als erfgenamen worden daarin genoemd: zijn echtgenote/weduwe Georgette Van Huële en 11 neven en nichten (8 kinderen van zijn broer Frans en 3 van zijn zuster Hélène).

Op 28 juni 1935 komt de gemeenteraad van Elsene samen in een publieke zitting om te stemmen over de acceptatie van een aantal schenkingen aan het Gemeentelijk Museum. Een van die werken is Le Peintre et sa femme, dat Jef Leempoels via legaat geschonken heeft en dat vandaag deel uitmaakt van de collectie van het Broodhuis.

Bij de schepenen merken we Eugène Flagey op, die in 1936 burgemeester wordt. Bij de raadsleden vinden we o.a. een Mlle. Smal, mogelijk is dat Renée Smal, het meisje dat Jef Leempoels in 1924 portretteerde. Bij de mannen zien we de heren Roos en Symons. De laatste is zonder twijfel de architect Fernand Symons, de andere waarschijnlijk Maurice Roos, de administrateur van Au Bon Marché. Jef Leempoels heeft de echtgenotes van beide heren geportretteerd; mevrouw Symons in 1905, mevrouw Roos in 1924.

 

Journal de Charleroi bevestigt dat nieuws ook eind augustus en geeft en passant nog wat info over andere werken die aan het Museum van Elsene geschonken zijn. Sinds 2018 is het museum dicht voor renovatie en men hoopt terug te openen in 2026.

29.08.1935  |   JOURNAL DE CHARLEROI


In het document van 24 mei schreef notaris Dewael dat de erfenis alle goederen bevat, maar sous réserve de certains legs particuliers. Wat die legaten zijn, licht hij op 13 november 1935 toe, als hij bekend maakt dat er geen verzet is tegen de overhandiging van twee andere, eveneens door Jef Leempoels gelegeerde werken.

Het eerste - waarvan hij de titel niet noemt - is bestemd voor de Stad Brussel; het tweede l’Initiation à l’idéale sagesse is voor de Vrije Universiteit van Brussel.

 

Twee weken later, in zitting op 09 december 1935, beraadslaagt het college van de Stad Brussel, onder voorzitterschap van burgemeester Adolphe Max over de acceptatie van het legaat van Jef Leempoels. Hieruit blijkt dat het gaat om het werk De moord op Everaert ‘t Serclaes, dat Leempoels graag in het museum of in het stadhuis zou zien hangen.

Hij verduidelijkt in zijn legaat ook dat het om het grote werk gaat – afm. 211 x 275 cm – dat hij geschilderd heeft in 1890 en waar hij in 1907 een aantal aanpassingen/verbeteringen aan doorgevoerd heeft.

Op 18 december worden de notulen officieel bevestigd en daaruit blijkt dat het college het werk geaccepteerd heeft.

 

Wat er naderhand met beide doeken gebeurd is, is nog onduidelijk. Leempoels liet wel optekenen dat zijn weduwe Georgette erover mocht beschikken, zolang zij dat wilde, maar het briefje van notaris Dewael dd. 13.11.1935, maakt duidelijk dat zij geen gebruik gemaakt heeft van dat recht. De werken zijn waarschijnlijk eind 1935 of begin 1936 aan de betrokken instanties overhandigd.

Le Meurtre d’Evrard ‘t Serclaes staat niet in de inventaris van roerend erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het is niet duidelijk of het ergens hangt of dat het verzeild geraakt is in een of andere kelder met reserves.

Wat de Vrije Universiteit met l’Initiation gedaan heeft, is ook nog een onbeantwoorde vraag. Navraag in 2023 bij DBIS (Département des bibliothèques et de l'information scientifique) leerde dat het minstens tot 1971 (ergens) aanwezig was. In dat jaar is het overgebracht naar de schrijnwerkerij van de ULB, mogelijk om de kader te herstellen of te vernieuwen. Daarna ontbreekt elk spoor van het werk van bijna 4 x 2 meter…

Het antwoord van DBIS vermeldt verder nog De toenmalige archiefdienst werd geacht het werk in de patrimoniuminventaris van de universiteit op te nemen, maar afgaand op de documenten die ter beschikking staan, is dat nooit gebeurd. (N.B. het is niet duidelijk of her de dienst van 1935 of die van 1971 is)

 


 

 


 
 
 

Recent Posts

See All

Comentarios


​+     +     +     +     +     +    +     +

Een speciale vermelding is er voor Dr. Alfons Leempoels (1917-2024), Paula Leempoels en Staf De Keyser;
zij verdienen een hartelijke en warme "dankuwel" voor hun welgekomen bijdrage aan het tot stand komen van deze monografie.

+     +     +     +     +     +    +     +

Disclaimer:

To my best knowledge, all information and images used on this site are in the public domain or sourced from sites that grant researchers exemption from all royalties for the use in scientific and academic publications. If - despite my best intentions - you think you are entitled to certain rights, please inform me by e-mail. I will take appropriate action a.s.a.p.

​"Vers l'idéal" is intended for informational purposes only. While I strive for accuracy, I cannot guarantee that all content is completely up-to-date, correct or error-free. Please verify any information before relying on it.

bottom of page