top of page

de Salons

Writer: :: valentijn :::: valentijn ::

Updated: Feb 7

De 'moeder van alle Salons' was de 'Salon de peinture et de sculpture' – omwille van zijn bekendheid simpelweg 'le Salon' genoemd – die tussen 1673 en 1879 jaarlijks georganiseerd werd in Parijs. In het begin door de 'Académie royale de peinture et de sculpture'; later door de 'Académie des beaux-arts'. In zijn topjaren was de Salon zonder overdrijven het drukstbezochte (kunst)evenement in de westerse wereld.

In 1890 werd de 'Société Nationale des Beaux-Arts' nieuw leven ingeblazen onder impuls van o.a.  Puvis de Chavannes, Ernest Meissonier, Carolus-Duran, Bracquemond en Carrier-Belleuse. Sindsdien werd haar jaarlijkse tentoonstelling de 'Salon du Champ-de-Mars' genoemd. Traditioneel opende deze Salon twee weken later dan de officiële 'Salon des Champs-Élysées', georganiseerd door de 'Société des artistes français'. Tussen 1893 en 1933 was Jef Leempoels bijna elk jaar – behalve door oorlogsjaren – present op de eerstgenoemde salon. In totaal 32 maal.

In de lage landen was Gent de eerste stad die in 1792 en naar het voorbeeld van Parijs een salon op het getouw zette. In 1803 volgde Brussel met een tentoonstelling in het 'Oude Hof' - het voormalige Paleis van Karel van Lotharingen - georganiseerd door de 'Sociéte de Peinture, Sculpture et Architecture de Bruxelles'. De echte start kwam er in 1811, onder impuls van graaf Charles Joseph d'Ursel en Gentenaar Charles van Hulthem.

 Van bij de aanvang was voorzien dat de Gentse en Brusselse salons jaarlijks zouden alterneren. Omdat Antwerpen in 1813 ook met een salon op de proppen kwam, werd een systeem van triënnales ingesteld: elke stad een driejaarlijks salon. Die traditie van driejaarlijkse salons hield – voor Brussel dan toch – stand tot 1914. Daarna werd de salon, ondanks vele intentieverklaringen, nooit meer opnieuw georganiseerd.

De “Salon van Brussel” werd in een eeuw tijd 35 keer georganiseerd:

1811 · 1813 · 1815 · 1818 · 1821 · 1824 · 1827 · 1830 · 1833 · 1836 · 1839 · 1842 1845 · 1848 · 1851 · 1854 · 1857 · 1860 · 1863 · 1866 · 1869 · 1872 · 1875 · 1878 1881 ·  1884 · 1887 ·  1890 ·  1893 · 1897 · 1900 · 1903 · 1907 · 1910 · 1914

 

 

Door de jaren heen hebben verschillende kunstenaars impressies vastgelegd van wat er zich tijdens zo’n salon allemaal afspeelt. Een beknopt chronologisch overzicht.

Het begint allemaal met de inzendingen. In opdracht van de kunstenaars, vervoeren gespecialiseerde transporteurs de werken naar de tentoonstellingsplaats. De voorwaarden waaraan de verpakking moet voldoen, de tijdstippen voor aflevering en ophaling, de nodige documenten die het werk moeten vergezellen, enz… het is bij iedereen gekend en alles staat voor de zekerheid ook nog eens in de catalogus. Toch zijn er altijd artiesten die op het allerlaatste moment nog een schilderij afwerken en dat ook nog graag op de salon zien hangen… Met taferelen als onderstaande op sluitingsdag. 

De onderstaande pentekening van Myrbach-Rheinfeld, “Kandidaten voor toelating tot de Salon de Paris”, geeft een idee van wat er met de inzendingen gebeurt. In afwachting dat de keuringsjury komt, staan alle werken in een grote hal gestockeerd. Om een beetje overzicht te houden, brengen suppoosten informatie aan op de achterkant van de werken. Met potlood, met krijt, met etiketjes,…

 Dan komt de keurings- of toelatingsjury en is het voor alle artiesten bang (en soms lang) afwachten of die jury hun werk accepteert of niet. De suppoosten brengen alle ingezonden werken één voor één aan en door handopsteking (of zoals op de foto, met paraplu-opsteking) wordt het lot van elk doek bezegeld: “accepté” of “refusé”. 

 Hetzelfde lot ondergaan ook de beeldhouwwerken, maar daar gaan ze niet mee rondzeulen. Voor de jury is het een unieke kans om een rustige ochtendwandeling te maken langs alle uitgepakte beelden. Merk ook even op dat er slechts één dame in het hele gezelschap is. Mogelijk is het de echtgenote van de juryvoorzitter. 


Randbemerking: kunstenaars zijn door de band vrij zelfingenomen en accepteren niet altijd zonder slag of stoot de uitspraak “refusé” voor hun werk(en). Dat heeft diverse malen aanleiding gegeven tot vrij woelige manifestaties en protesten. 

Het meest bekend is het voorval op de salon van Parijs in 1863, waar de jury zowat 2/3e van de ingezonden werken weigerde, waaronder “Déjeuner sur l’herbe” van Manet. De benadeelde en dus vrij ontevreden artiesten zetten daarop hun eigen “Salon des Refusés” op poten. Met het nodige succes trouwens.

En niet alleen Parijs, maar ook Brussel heeft zijn opstootjes gekend. Check o.a. de jaren 1910 en 1929.

Na de toelatingsjury komt nog de plaatsingsjury. Die bepaalt waar een geselecteerd werk mag hangen. En ook dat kan weer tot de nodige wrevel leiden bij de artiesten.

Voor hedendaagse museumbezoekers is de “oude” indeling zo goed als onbegrijpelijk: alle werken hingen kriskras onder, boven en naast elkaar, van de vloer tot tegen het plafond. Vergelijk de twee onderstaande afbeeldingen, die van Martini van de salon van 1787 en die van Danton over de salon van 1880, en je zal zien dat die situatie in bijna een eeuw amper veranderde.

“Exposition au Salon de 1787”. Ets van Pietro Antonio Martini                                             Edouard Dantan, “Un Coin du Salon en 1880”.
Exposition au Salon de 1787”. Ets van Pietro Antonio Martini                                             Edouard Dantan, “Un Coin du Salon en 1880”.

Op de volgende foto, vermoedelijk genomen op de “Salon van Gent” in 1892, zien we een totaal ander beeld. Uiteraard speelt de architectuur van de tentoonstellingsruimte, het “Casino”, hierin een rol, maar de plaatsing in twee rijen (of drie voor de kleinere werken) is een goed voorbeeld van de meer overzichtelijke “rampe/cimaise” uitstalling die vanaf het einde van de 19e eeuw stilaan in voege komt

De onderste rij staat bekend als de ‘rampe’. De werken hingen hier op perfecte kijkhoogte en de rampe werd dan ook door iedereen als de beste plaats beschouwd. Op de ‘cimaise’ - de bovenste rij - hingen de kunstwerken die bij de plaatsingsjury als iets minder kwaliteitsvol beschouwd werden. Of om een minder populaire artiest wat “uit het zicht van de mensen” te hangen.

Het hoeft geen verdere uitleg dat de plaats van een kunstwerk ook een essentiële rol speelde voor het commerciële aspect. Een schilderij aan de rampe oogt meer zoals het thuis in het salon ook zou hangen. Sommige kunstenaars konden nogal flink tekeer gaan als ze meenden dat hun werk een minder gunstige plek toebedeeld kreeg. Ook Jef Leempoels kan dat...

Op de vooravond van de officiële opening van de tentoonstelling is er dan de “vernissage”. De twee onderstaande etsen geven daar een goed beeld van.

De linkse ets van Perat geeft aan hoe het er écht moet uitgezien hebben; in de afdeling ‘schilderkunst’ dan toch. Artiesten en ingehuurde werklieden halen halsbrekende toeren uit om de werken goed te hangen en ze te vernissen. De eerste bezoekers komen intussen al een kijkje nemen en lopen daarbij zowel de artiesten als de werklui voor de voeten. Dat zijn ook de meest ideale momenten voor de journalisten en critici; ze kunnen zo goed als met hun neus op een doek gaan hangen zonder zich door een drummende mensenmassa hoeven te wurmen. 

Vergelijk dat beeld met de ets rechts, van Jean Rixens. Die strookt iets meer met wat wij ons vandaag voorstellen bij zo’n gelegenheid: netjes opgeklede heren en dames die beschaafd staan te keuvelen bij de uitgestalde kunstwerken.

En dan… gaan eindelijk de deuren van de Salon open en stromen alle rangen en standen van de bevolking, oud en jong, in aanhoudende golven binnen. En ze vergapen zich aan alles waarvan de kranten de voorbije dagen vertelden dat je het absoluut moet gezien hebben. 

"Quatre heures au salon" uit 1847 van François Biard biedt een ironische inkijk op hoe de massa door zalen schuifelt en vol verbazing, vol ontzag, vol bewondering of vol afkeuring de werken becommentarieert. 

En vooral… hoe je op bepaalde dagen letterlijk over de koppen kon lopen. Want een Salon met werken die veel persaandacht kregen - én goede commentaren - kon in bepaalde jaren meer dan een miljoen bezoekers lokken ; zowat de volledige Parijse bevolking van die tijd.

Tenslotte heeft bijna iedere salon ook nog een beloningsjury. Meestal waren dat dezelfde juryleden die ook in toelatingsjury zetelden, maar om de onpartijdigheid te verzekeren, mochten ze enkel adviseren. De uiteindelijke beslissing werd zogezegd genomen door o.a. de minister van Schone Kunsten, al dan niet bijgestaan door een groepje "kenners". De bijhorende medaille of het erediploma waren welkom, maar de publiciteit die zo’n gouden of zilveren titel kreeg, was vele malen belangrijker. Die erkenning kon voor jonge kunstenaars de start van een lucratieve carrière betekenen.

 

 

Voor wie meer wil weten over salons, meer bepaald over die van Gent, raad ik aan de twee volgende werken op te zoeken op de website van de Universiteitsbibliotheek van Gent. Het gaat telkens om een Masterproef, voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Universiteit Gent, in de Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theater-wetenschappen, in het academiejaar 2014-2015

'Het Salon van Gent, 1892 – een reconstructie' is van Lies Bertin. RUG01-002212701_2015_0001_AC.pdf (ugent.be)

 'De Salons van Gent in de periode 1853-1913: ontstaan en evolutie, werking, organisatie en kunst' is van An-Sofie Van Loocke. RUG01-002212691_2015_0001_AC.pdf (ugent.be)

 

Beide werken bieden uitgebreide informatie, niet alleen over de jubileum-editie van 1892, maar ook over de organisatie en de werking van de salons in het algemeen. Interessant zijn o.a. de hoofdstukken over de 3 jury's, over de praktische kant van een salon, het transport en de opslag van de werken, de bezoekers en de toegangsprijzen, over de verkoop van de tentoongestelde werken, en over de "tombola".

 


 
 
 

Comentários


​+     +     +     +     +     +    +     +

Een speciale vermelding is er voor Dr. Alfons Leempoels (1917-2024), Paula Leempoels en Staf De Keyser;
zij verdienen een hartelijke en warme "dankuwel" voor hun welgekomen bijdrage aan het tot stand komen van deze monografie.

+     +     +     +     +     +    +     +

Disclaimer:

To my best knowledge, all information and images used on this site are in the public domain or sourced from sites that grant researchers exemption from all royalties for the use in scientific and academic publications. If - despite my best intentions - you think you are entitled to certain rights, please inform me by e-mail. I will take appropriate action a.s.a.p.

​"Vers l'idéal" is intended for informational purposes only. While I strive for accuracy, I cannot guarantee that all content is completely up-to-date, correct or error-free. Please verify any information before relying on it.

bottom of page