In het voorjaar – ‘depuis le printemps’, schrijft ‘l’Indépendance belge’ – vertrekt Jef Leempoels voor zijn eerste transatlantische reis; een ‘prospectiereis in opdracht van de regering’, voegt de krant daar nog aan toe. Als de reis inderdaad in opdracht was, betekent het waarschijnlijk dat die vooraf met de bevoegde instanties goed besproken en voor een flink deel vastgelegd was. Leempoels kon ter plaatse mogelijk rekenen op bijstand van Belgische ex-pats of diplomaten, die hem hielpen zijn verblijf en verplaatsingen in goede banen te leiden.
In hetzelfde artikel van 20 augustus 1904 vertelt de krant haar lezers ook nog waar hij overal geweest is: « Après avoir visité successivement Boston, New-York, Philadelphie, Baltimore, Washington, Chicago, Saint-Paul et Minneapolis, notre compatriote est arrivé à Saint-Louis ».
Voor alle duidelijkheid: ‘l’Indépendance’, met zijn vriend Gérard Harry aan het roer, was meestal vrij goed ingelicht over het reilen en zeilen van Leempoels. De kans is dan ook groot dat Jef hem persoonlijk op de hoogte hield door af en toe een telegram of een briefje te sturen.
Het is niet eenvoudig om – met de beperkte info waar we over beschikken – te verifiëren of de reis inderdaad verliep zoals ‘l’Indépendance’ schrijft, maar in deze post doen we een poging
Het exacte tijdstip waarop Jef Leempoels vertrokken is, heb ik nog niet kunnen achterhalen. Ook zijn vertrekplaats ken ik nog niet en dat maakt het moeilijk om te bepalen via welke ‘Port of Entry’ hij de VS binnengekomen is. Als Boston zijn eerste stop was, dan zal hij via de ‘Port of Boston’ gepasseerd zijn, maar zijn naam staat niet in de beschikbare passagierslijsten van de scheepslijnen die Boston aandoen. Het gaat dan om ‘Cunard’, ‘Dominion’, ‘Leyland’ en ‘White Line’ die allemaal vanuit Liverpool opereren. Al lijkt het onwaarschijnlijk dat hij eerst de trip naar het VK doet, als er op het vasteland voldoende alternatieven zijn

Als hij – zoals in latere jaren – vanuit Antwerpen vertrokken is met bestemming New York, zou hij in de lijsten van Ellis Island moeten staan, maar ook in die archieven duikt hij in 1904 (vooralsnog) niet op.
Ook op de passagierslijsten vanuit Cherbourg en Amsterdam heb ik Leempoels nog niet teruggevonden.
Binnen de Verenigde Staten heeft hij zijn verplaatsingen van stad naar stad zonder enige twijfel met de trein gemaakt. Het spoorwegennet in het oosten van de VS en Canada is in 1904 bijzonder goed uitgebouwd, betrouwbaar en betaalbaar. In vele gevallen werden lijnen uitgebaat door kleinere maatschappijen, maar alles sloot op elkaar aan en de trein was een populair transportmiddel, dat je zowat overal naartoe bracht.

Alle steden die ‘l’Indépendance’ opsomt, zijn vanuit de vorige probleemloos bereikbaar op maximaal een dagreis. Bv. de afstand New York – Chicago kon men overbruggen in ongeveer 27 uur en kostte 23 $. Vandaag doet de directe lijn van ‘Lake Shore Limited’ er trouwens nog altijd 19 uur over.
En dan krijgen we twee aanknopingspunten aangereikt door Leempoels zelf:
het eerste is een nota in het overzicht van zijn werken, waar hij een landschap dat hij ‘Près de Washington’ noemt, dateert in ‘mei 1904’.
het tweede is een briefje dat hij op 6 juni vanuit het ‘Congress Hotel’ in Chicago verstuurt naar Eugène Raguet, een Franse architect-beeldhouwer, en secretaris-generaal van de ‘Société Nationale des Beaux-Arts’. Daarin vraagt hij Raguet om zijn welgemeende felicitaties over te maken aan Charles Carolus-Duran, die genomineerd is voor toetreding tot de ‘Académie des Beaux-Arts’.


even terzijde: dat "Congress hotel' (het heet tegenwoordig ‘Congress Plaza hotel’ ) staat vrij hoog op de lijst van liefhebbers van paranormale fenomenen. Met alle moorden en zelfmoorden die er de voorbije 120 jaar plaats vonden, is het een ideale plek voor verhalen over spoken en rusteloze geesten. Het gerucht circuleert zelfs dat sommige kamers permanent afgesloten zijn omdat niemand er nog wil overnachten nadat uitlekte wat sommige gasten er tijdens hun verblijf meemaakten.
Dan volgt er een interessant intermezzo: aan de hand van zijn catalogus weten we dat hij nà 6 juni in Canada was, waar hij minstens zeven landschappen schilderde. Hij situeert die in en rond Quebec, waarschijnlijk zijn hoofdverblijfplaats, die via de ‘Grand Trunk Railway’ rechtstreeks vanuit Chicago te bereiken is. Verder vermeldt hij: Beauport, Ste Anne de Beaupré, Chicoutimi en Tadoussac. Die uitstappen heeft hij per trein vanuit Quebec gemaakt. Via twee verschillende lijnen, om precies te zijn

Beauport en Ste Anne de Beaupré zijn twee stations op de lijn Quebec-Ste Anne, uitgebaat door de Quebec Railway, Light & Power Company. Het is in 1904 een uurtje rijden over de ca. 30 km van Quebec tot Ste Anne, toen nog het eindstation van deze lijn. De voornaamste bezienswaardigheden zijn de watervallen van Montmorency en het in 1658 gestichte pelgrimsoord van St. Anne in Beaupré.
Chicoutimi is een eindstation op de Quebec and Lake St. John Line, de eerste spoorlijn die, in 1869, werd aangelegd op de noordoever van de St. Lawrence River. Deze lijn van 299 km eindigde in 1888 in Roberval, aan het meer. Ze was in eerste instantie bedoeld om de kolonisatie van de streek rond het Lac St Jean en de Saguenay mogelijk te maken. Het bosrijke gebied met een groot aantal visrijke meren bleek ook erg populair bij jagers en vissers. Vrij snel na de voltooiing van de lijn werden dan ook campagnes op het getouw gezet om specifiek dat publiek te lokken. Vanuit Chambord kwam er dan nog een aftakking naar Chicoutimi aan de Saguenay River.

Als de 30 km van Quebec naar Ste Anne een uur in beslag namen, dan zal de trip Quebec-Chicoutimi toch minstens volledige dag gekost hebben.

Tadoussac tenslotte is een plaatsje waar de Saguenay in de St. Lawrence stroomt. Het stadje is in 1904 nog niet bereikbaar per trein, maar wel per boot vanuit Chicoutimi, een trip van ruim 100 km. Tadoussac is vandaag nog altijd een plek van waar tussen mei en oktober cruises vertrekken om walvissen en dolfijnen te spotten. Jef Leempoels zal waarschijnlijk van de gelegenheid gebruik gemaakt hebben om dat te gaan zien. Hij heeft in Tadoussac trouwens één werkje geschilderd, dat hij later vernietigd heeft.


Dan, op 3 juli staat er op pagina 6 van ‘le Journal de Bruxelles’ een lange lijst onder de kop Etat Civil met geboorten, huwelijken en overlijdens. In die laatste sectie vinden we: Leempoels, rentenier, 70 jaar, echtgenoot Van Rompay, rue Van Moer

Jef's vader, Louis Leempoels, is onverwacht overleden op zaterdag 25 juni.
In de laatste week van juni schildert Jef Leempoels een landschap dat hij de titel ‘Quebec, vu de Mastaï’ geeft. Het is het enige werk uit de hele reeks dat hij zo precies aanduidt: ‘eind juni’. Heeft hij op dat ogenblik bericht gekregen dat zijn vader overleden is?
Zijn familie zal ongetwijfeld een idee gehad hebben van waar hij was en via welke kanalen ze hem konden bereiken. Een bericht bij een bestemmeling aan de andere kant van de Atlantische Oceaan krijgen, kostte in 1904 ongeveer 6 uur, afhankelijk van het aantal tussenstations. Op onderstaand schema van A.A.T.C. is te zien dat Antwerpen en Quebec via kabel verbonden zijn met een half dozijn tussenstappen.

Het moet voor Jef een ontzettend zware klap geweest zijn om dat nieuws te vernemen, zo ver van huis en zonder de mogelijkheid om afscheid te nemen (trans-atlantisch telefoonverkeer was er pas vanaf 1927).
Het lijkt er sterk op dat hij in de daaropvolgende weken van zijn originele planning afgestapt is om rust en vertroosting te zoeken in de natuur: vanaf eind juni en een groot deel van juli 1904 schildert hij in Canada en de VS meer dan 20 werken, goed voor bijna een kwart van zijn landschappen en de helft van zijn zeezichten.
En het is niet moeilijk om zijn gemoedstoestand te raden, bij het lezen van sommige titels van zijn werken: ‘Matin pluvieux dans la baie d’Annisquam’ of ‘Arbre défeuillé à Riverdale’.

In juli schildert hij 9 werken die hij situeert in drie verschillende plaatsen in Massachusetts, op zo’n 50 km van Boston. Het gaat om Gloucester, Riverdale en Annisquam,


Later in juli vinden we hem terug in Newport, Rhode Island waar hij twee zeezichten tekent. Nog wat later schildert hij ergens in Connecticut een weg met acacias en een acaciabosje. Hij is duidelijk op weg naar New York, waar hij ‘Dans les eaux de New York’ en ‘Yachts à Oyster Bay’ op doek zet.
Het lijkt er ook op dat het stilaan beter met hem gaat. In zo goed als alle beschrijvingen van de werken die hij hier schildert, heeft hij het over ‘opklaringen’ en ‘blauwe lucht’.

Deze hele analyse biedt nog altijd geen sluitend antwoord op de vraag hoe Leempoels’ reistraject er precies uitzag. Het is wel duidelijk dat hij na Chicago een détour gemaakt heeft richting Quebec, een trip die ruim een maand in beslag genomen heeft. Misschien was dat zijn oorspronkelijke bedoeling, maar heeft hij, na het overlijden van zijn vader, zijn plannen aangepast en is hij teruggegaan naar (rustige) plekken waar hij eerder in het jaar al geweest was, meer bepaald de N-O hoek tussen Boston en New York.
Als hij in New York aangekomen is, pakweg half juli en dan terug aansluiting gemaakt heeft met zijn originele planning, dan kunnen we zijn bezoeken aan St Louis en Minneapolis (waar hij een schilderij gemaakt heeft aan Lake Minnetonka) in de tweede helft van juli inpassen en dan is zijn aankomst in St. Louis in de eerste dagen van augustus inderdaad plausibel.
Ook hier geldt: hopelijk duiken er ooit nog andere documenten op die de hiaten in dit verhaal op een plausibele manier kunnen dichten.

Comments