top of page

later...

Writer: :: valentijn :::: valentijn ::

Updated: Feb 14

De verzuchting van 'R' in 'Vooruit' ten spijt blijft Jef Leempoels in de volgende jaren regelmatig opduiken in kranten en tijdschriften. We vinden hem op tentoonstellingen, op veilingen, in verwijzingen, ...

Na de 'grote veiling van 1968' wordt het stil rond de man. Mijn eerste werktitel voor de monografie was dan ook 'sic transit gloria mundi'.


18.01.1936  |   L’INDÉPENDANCE BELGE 

De idee dat werk van een overleden kunstenaar meer waard is dan van een levende, deed ook in de jaren '30 van vorige eeuw al de ronde. In januari vinden we voor de eerste keer een werk van Leempoels op een veiling. 'l'Independance' vertelt op 30 januari dat 'un nu' verkocht werd voor 3.400 frank.

Een jaar na zijn overlijden duikt Leempoels op in een publicatie van Eugène De Seyn, die verschillende naslagwerken ('dictionnaires') over België en Belgische kunstenaars samenstelde.

05.06.1936  |   GAZETTE DE CHARLEROI

 

Probeer het je vandaag nog eens voor te stellen: in Gentbrugge haalden de inwoners in 1936 hun mooiste werken van de muur om hun eigen kunsttentoonstelling te organiseren. Geen grote salon, maar toch eentje extra in de lange lijst van exposities waarop Jef Leempoels (ook) aanwezig was.

04.08.1936  |   GAZET VAN ANTWERPEN 

 

Bij leven was Henri Samuel wisselagent en blijkbaar ook verzamelaar; na het overlijden van zijn echtgenote, Philomena Rowys, komt de collectie in veiling.

28.10.1936  |   L’INDÉPENDANCE BELGE



Een trend die we in vrij veel kranten zien is een korte rubriek met een overzicht van dingen die 1, 5, 10, 50, … jaar geleden gebeurd zijn. ‘Gazette de Charleroi’ heeft ook zo’n column en op 11 april gedenken ze het heengaan van Jef Leempoels, twee jaar eerder.

Je kan de auteur van het stukje niet echt op leugens betrappen, maar het is een aaneenrijging quotes die je kan bestempelen als hele en halve waarheden. Al is dat niet verwonderlijk; details vervagen met het verstrijken van de jaren. In elk geval: Leempoels exposeerde vóór 1892 minstens 7x, o.a. op de triënnales van Gent, Brussel en Antwerpen en in Berlijn; hij was in 1904 in Amerika en vervolgens de winters van 1905, 1906 en 1907; hij was in Parijs op alle ‘Nationales’, maar heeft nooit in ‘grote galerijen’ tentoongesteld. Details !



Heel af en toe wordt een werk bij naam genoemd en weten we dat het (nog) in België is. Zoals 'In de processie' dat in maart 1939 ter veiling aangeboden wordt.

12.03.1939  |   LE SOIR


30 jaar na het overlijden van Leopold II kijkt ‘l’Indépendance belge’ nog eens terug op de laatste dagen en uren van de vorst. Uiteraard komt Jef Leempoels dan ter sprake, maar leuker is om te lezen hoe de voltallige pers zich in de bijtende vrieskou verdringt om de ultieme ademstoot van de koning te verslaan.

24.12.1939  |   L’INDÉPENDANCE BELGE


PS: Auguste Goffinet, die genoemd wordt in bovenstaand stukje is de man die in 1907 al door Leopold II aangeduid werd als zijn 'exécuteur testamentaire'. Samen met zijn tweelingbroer Constant was hij zijn hele leven lang in dienst van het koningshuis. In de jaren '90 van vorige eeuw vond men in het huis dat ooit aan beide broers toebehoorde een uitgebreid archief met documenten die zij - op vraag van Leopold II - 'veilig opgeborgen' hadden.




In de eerste week van 1940 blikt ‘Het Nieuws van den Dag’ nog even terug op een tentoonstelling die in december ’39 plaatshad in Brussel. Interessant is dat de verslaggever van dienst het werk ‘Mai 1915’ een totaal andere titel geeft. Waarschijnlijk vond de man dat met de vermelding van de Lusitania, de toeschouwer het werk op een andere manier bekijkt.

08.01.1940  |   HET NIEUWS VAN DEN DAG


'L’Art Belge' is een Franstalig tijdschrift, uitgegeven door Isy Brachot en Yvonne Renette, die regelmatig ook tentoonstellingen organiseren in hun galerij aan de Louizalaan in Brussel. In februari 1940, 5 jaar na Jef Leempoels' overlijden, organiseren ze een retrospektieve waarop 49 van zijn werken verzameld zijn.


De catalogus van 16 pagina’s bevat 11 foto’s en de ruimte daartussen wordt opgevuld met "een kort overzicht van de onderscheidingen die aan de Meester werden toegekend, gevolgd door appreciaties van de meest vooraanstaande Belgische en buitenlandse critici", zoals de redacteurs het zelf zeggen. Voor de samenstelling daarvan hebben ze zich duidelijk bediend van het pamflet uit 1931 (zie “Opinion des critiques d’art”), aangevuld met wat recentere kritieken. In totaal een twintigtal en uiteraard allemaal zeer lovend.

Maar wat zeggen drie jongere kunstcritici in 1940 over Jef Leempoels? [los van het feit dat de meesten zijn naam al niet meer correct kunnen (over)schrijven]

22.02.1940  |   LE VINGTIÈME SIÈCLE


26.02.1940  |   LE SOIR


02.03.1940  |   LA MEUSE


02.03.1940  |   LA NATION BELGE


12.03.1940  |   LE VINGTIÈME SIÈCLE

Nog een 'Goffinet' uit dezelfde familie als Auguste & Constant. Dit gaat over Robert Goffinet, hun achterneef. Robert was de naaste medewerker en vertrouwenspersoon van prins Karel van België tijdens diens regentschap.

Op de archiefafdeling van ‘Het Laatste Nieuws’ zijn een aantal dozen op de grond gevallen en iemand heeft in zijn haast om alles op te ruimen wat dingetjes fout geklasseerd… Daardoor loopt het wat in het honderd als ze hun 'Weet je nog' rubriek opstellen.

10.12.1940  |   HET LAATSTE NIEUWS

Het is vandaag dinsdag 10 december en Maria Sloot is geboren op 13 januari 1853, Jef Leempoels is geboren op 15 mei 1867. Voor de rest is alles okee en het is verder ook niemand opgevallen, want een jaar later staat het opnieuw fout in de krant van 10 december.

O ja… klein detail: het geboortejaar van Ernest De Weert is trouwens 1886



Twee veilingen die werk van Leempoels op de lijst zetten, maar geen titels...

29.03.1941  |   LE SOIR


19.09.1941  |   ECHO DE LA BOURSE



13.09.1942  |   DE GENTENAAR


Ook in 1942 verschijnt bij "De Kunstkring" in Brussel het boek "Een eeuw portret in België. Van Navez tot Ensor" van prof. Jozef Muls (in 1944 heruitgegeven door "Pro Arte" in Diest met als ondertitel "Van het classicisme tot het expressionisme").

Jef Leempoels krijgt in dat werk exact 1 (één) lijntje toebedeeld :






Bij leven werd Jef Leempoels al regelmatig als metafoor opgevoerd. De herkenbaarheid van zijn werken waren een dankbaar instrument om – zonder al te veel woorden – iets duidelijk te maken aan de lezer. Ruim tien jaar na zijn dood is dat nog niet veranderd. Je hoeft maar 'Jef Leempoels' als vergelijkingsmateriaal aan te halen en het is meteen duidelijk.

In onderstaand stukje, van de hand van Leempoels’ oude opponent GALLO, is het trouwens een compliment. Zowel voor Leempoels als voor de 'gekken'

21.02.1946  |   LA NATION BELGE



18.04.1947  |   DE NIEUWE GIDS




In 1948 treedt een andere Leempoels voor het voetlicht. Albert, de tweede zoon van Frans en in het echte leven ‘hoofdvertaler bij het bestuur van Openbare Veiligheid’, heeft ook artistieke ambities.  En – hoe kan het anders – ‘nonkel Jef’ is nooit ver uit de buurt. Alhoewel… de journalist van JdC heeft nog wat moeite met wie nu precies wie is. 

03.01.1948  |   JOURNAL DE CHARLEROI


07.01.1948  |   VERS L’AVENIR


13.03.1948  |   LA LIBRE BELGIQUE


Paul Colin, de verzamelaar/eigenaar die in het volgende stukje vernoemd wordt, was op jonge leeftijd medewerker van Fierens-Gevaert in het Museum voor Schone Kunsten. Later werd hij o.a. kunstcriticus en uitgever van diverse tijdschriften. In de jaren ’30 radicaliseerde zijn standpunten en bij het uitbreken van WO II werd hij als 'intellectueel colloborateur' bestempeld. Hij werd op 14 april 1943 op het hoofdkantoor van zijn 'Nouvelle Société d'Editions' doodgeschoten door een jonge patriot.

Zijn bezittingen werden aangeslagen – gesekwestreerd – en in 1948 op een openbare veiling aangeboden. Daar zat werk bij van Ensor ('De Viswijven') en van Manet ('Nature morte au Grand-Duc'), maar - voor zover bekend - géén Leempoels. 'En nu...' zat dus op een andere veiling.

19.12.1948  |   DE GENTENAAR



Uitverkoop aan de Ieperlaan in Brussel… Samen met een Oosters tapijt, een staanlamp en een Zwitserse pendule, en nog wat huisraad, mag ook een ‘schoon schilderij’ van Jef Leempoels de deur uit.

De verkoper is niet te achterhalen. De nummers 68 tot 80 van de Bd. d’Ypres werden volgens de Brusselse Almanac ingenomen door de ‘Samenwerkende Maatschappij van Bloemen-, Druiven- en Groenselkweekers van Brussel - Gesticht in 1900’. De gelijkvloerse gebouwen zijn bekend als de 'Hallen der Voortbrengers' maar de bewoners van de bovenliggende appartementen worden niet apart vermeld.



Slechts één vermelding dit jaar, maar Galerie Gabriel zet 'Midinette' van Jef Leempoels wel als 'vedette' in haar aankondiging voor de veiling van 22 en 23 februari.



Op donderdag 8 en vrijdag 9 mei is er een openbare veiling met de inboedel uit de villa-chateau van ‘Mme W.’ in l’Espinette. De advertentie vertelt ons dat Mme W. alles vrijwillig verkoopt  ‘pour cause de départ définitif en France’. Mme W. was enige tijd de eigenaar van ‘le Mystère’, een naakt dat Leempoels schilderde in 1919.



Robert Kemp (1878-1959) was een Frans journalist en literatuurcriticus, die voor o.a. de kranten 'L'Aurore', 'La Liberté', 'Le Temps' en 'Le Monde' schreef. In 1956 werd hij verkozen als lid van de 'Académie française'. Dat staat ook duidelijk in het artikel dat ‘le Soir’ uit een van deze kranten overneemt in haar rubriek ‘le Théâtre à Paris’. Daarin levert Kemp commentaar op ‘Endgame’ van Samuel Beckett; ‘Fin de Partie’ voor het Parijse publiek en niet bepaald het meest vrolijke stuk, getuige de titel die Kemp aan zijn stuk geeft.

 In de loop van zijn betoog komen bij Kemp herinneringen boven aan zijn kindertijd toen hij – waarschijnlijk verplicht meegezeuld door zijn ouders – naar een editie van de ‘Nationale’ geweest is. En precies daar heeft een werk van Leempoels hem trauma’s bezorgd. Een werk waarin de lijken opeengehoopt liggen…

Met enige kennis van het oeuvre van Leempoels op zak en – voor alle zekerheid – nog eens een kritische doorloop van zijn persoonlijk memorandum, kan ik met de beste wil ter wereld niet achterhalen welk werk van Leempoels Kemp in gedachten heeft…



Robert Kemp kennen we nog van vorig jaar, toen hij het stuk van Beckett becommentarieerde. In december neemt ‘le Soir’ nog eens een stukje van hem over. Dit keer is hij naar ‘Eboulement au Quai Nord’ gaan kijken, een stuk van Ugo Betti uit 1936 (originele titel ‘Frana allo scalo nord’).

Halfweg deze recensie sleept hij 'het werk met de lijken' van Leempoels er opnieuw bij:



Nog een veiling met een Leempoels, even voor kerstmis '59

13.12.1959  |   LE SOIR



12.11.1966  |   DE STANDAARD



Als Georgette Leempoels-Van Huële in 1965 overlijdt, blijkt het huis aan de Amerikaansestraat in Elsene een waar museum te zijn. Naast alle ‘bibelots’ die zo vaak figureerden in Jef Leempoels’ werken, blijven er ook nog ruim 130 van zijn eigen schilderijen verweesd achter, samen een collectie doeken, gravures en aquarellen van vrienden-tijdgenoten én van ‘oude meesters’.

De erfgenamen hebben – samen met de notarissen Van Halsteren en Jacobs – bijna twee jaar lang nodig gehad om alles te inventariseren, er een waarde op te plakken en een groot aantal zaken te regelen.

Begin juni 1967 verschijnt dan meerdere dagen achter elkaar de onderstaande aankondiging in ‘le Soir’ en in ‘De Standaard’: de langverwachte veiling zal plaatsvinden op donderdag 15 juni 1967, exact een maand nadat Jef Leempoels 100 jaar zou geworden zijn.

Eigenaardig genoeg maakt geen enkele krant er melding van, maar alles lijkt erop dat de verkoop 'last minute' uitgesteld is. Naar de reden(en) daarvan kunnen we enkel gissen. Off the record informatie stelt dat het testament van Georgette Leempoels-Van Huële bepaalde dat haar volledige nalatenschap ten goede kwam aan een 'goed doel': een organisatie die zich bekommerde om de Brusselse straatkatten. Die info is momenteel niet verifieerbaar.

Halfweg februari 1968 publiceren dezelfde kranten opnieuw een advertentie en op 26, 27 en 28 februari 1968 gaat een driedaagse openbare veiling door in Zaal II van de "Galerie Moderne" aan de Grote Hertstraat, waar Jef Leempoels bij leven nog exposeerde. In het gebouw op nr. 6 is vandaag (2025) nog altijd een kunsthandel gevestigd: "Kunsthaus Lempertz".

18, 22, 23, 24, 25, en 28.02.1968  |   LE SOIR

Het lange wachten heeft de nieuwsgierigheid aangewakkerd. Zowel op de twee kijkdagen als op de verkoopdagen is er veel volk aanwezig en op woensdag wordt er voor een aantal van Leempoels’ werken flink geboden. Een aantal neven en nichten van Jef Leempoels doet fanatiek mee... Ze kopen 50 van de 132 aangeboden schilderijen, waaronder ‘Le Destin et l’Humanité’ dat voor 85.000 frank eigendom wordt van Walter Leempoels. Het werk maakt nu deel uit van een uitgebreide collectie die tijdens een rondleiding door Château Reynel (Haute Marne, Fr.) te ontdekken is. Andere werken zien we de laatste jaren her en der opduiken in bekende veilinghuizen.

Enkele dagen na de verkoop publiceert 'De Standaard' een kort overzicht van de behaalde resultaten. De verslaggever vermeldt enkel de twee werken van Leempoels waarop het hoogste bod uitgebracht is. Voor een aantal werken van ‘oude meesters’ moeten de liefhebbers – niet onverwacht – een stuk dieper in de portemonnee tasten

02.03.1968  |   DE STANDAARD


Naast ‘Le Destin’ ('Noodlot' in het artikel van 'De Standaard') zijn er nog 12 andere werken die 20.000 frank en meer opbrengen, waaronder ‘Dans la rue’, ‘Chacun veut…’, ‘Le thé’, ‘Portrait de ma mère’ en ‘Vieille ferme flamande’.

Om de prijzen uit 1968 te vertalen naar hun waarde vandaag komt de handleiding van Peter Scholliers opnieuw van pas (‘De waarde van de Belgische frank’, mei 2017). De waarde van 1.000 frank uit 1968 mag je vandaag schatten op 7.556 frank in januari 2025, of omgerekend 187,31 euro. (gebaseerd op de omrekeningscoëfficiënten die het ‘Ministerie voor Economische Zaken’ maandelijks publiceert)

Toegepast op de 85.000 frank voor ‘Le Destin et l’Humanité’ komen we op 642.260 frank of 15.921 euro.

Ouvriers revenant du travail’, dat naar de VS verhuisde en een aantal jaren geleden voor $24,500 aangeboden werd door een kunsthandel in San Francisco, werd in Brussel verkocht voor 11.000 frank. Omgerekend met dezelfde coëfficiënten zou dat vandaag €2.060 zijn.

Canal en Flandre’ werd voor 5.500 frank (~€ 1.033) verkocht in Brussel, maar vond in 2012 bij Bonham’s in Londen geen koper voor de inzetprijs van €930.

En tenslotte, voor ‘Les couturières de l’hospice’ dat op de veiling 13.000 frank opbracht, zou je omgerekend 2.435 euro moeten neertellen. Het werd in 2019 voor 900 euro geveild in München.


Wat iedereen in deze drukke tijden blijkbaar uit het oog verloren is, is de 100e geboortedag van Jef Leempoels, 9 maanden voor de veiling.

Op 1 november 1966 is Raymond, de oudste zoon van Frans, overleden. De overige neven hebben in de dagen na de veiling, een brief gestuurd aan de redactie van ‘Le Soir’, die onderstaand stukje publiceert; op pagina 13, naast de kroniek voor filatelisten en net boven de schaakrubriek.

19.03.1968  |   LE SOIR



 
 
 

Recent Posts

See All

Comments


​+     +     +     +     +     +    +     +

Een speciale vermelding is er voor Dr. Alfons Leempoels (1917-2024), Paula Leempoels en Staf De Keyser;
zij verdienen een hartelijke en warme "dankuwel" voor hun welgekomen bijdrage aan het tot stand komen van deze monografie.

+     +     +     +     +     +    +     +

Disclaimer:

To my best knowledge, all information and images used on this site are in the public domain or sourced from sites that grant researchers exemption from all royalties for the use in scientific and academic publications. If - despite my best intentions - you think you are entitled to certain rights, please inform me by e-mail. I will take appropriate action a.s.a.p.

​"Vers l'idéal" is intended for informational purposes only. While I strive for accuracy, I cannot guarantee that all content is completely up-to-date, correct or error-free. Please verify any information before relying on it.

bottom of page