Te pas en te onpas duikt in verhalen over Jef Leempoels een verwantschap met (Ludwig van) Beethoven op. En bij uitbreiding uiteraard over alle Leempoelsen. Terecht? Of wishful thinking?
Op 22 oktober 1901 stond onderstaand stukje op de voorpagina van “Le Soir”. Het was één van de vele hapklare fait-divers die dagelijks onder de titel “Petite Gazette” verschenen.

Alphonse Van Ryn (1840-1907) was een Antwerps schrijver, medeoprichter en directeur van “La Fédération Artistique”, een Belgisch tijdschrift dat van 1873 tot in het begin van de 20ste eeuw rapporteerde over de actualiteit van het culturele leven: muziek, opera, toneel, literatuur, en beeldende kunsten.
Leempoels heeft Van Ryn geportretteerd in 1904 en tijdens een van die sessies heeft Van Ryn waarschijnlijk tegen Jef gezegd: “Wist je trouwens dat de betovergrootmoeder van Beethoven ook een Leempoels was?”. En daarmee is alles begonnen.
Genealogie was in de 19e eeuw geen tijdverdrijf voor gepensioneerden; het was serious business in de handen van professoren en geletterde mensen. Tal van boeken en tijdschriften behandelden de zoektocht naar voorouders van bekende personen. Ook de voorouders van Beethoven werden aan een minutieus en scrupuleus onderzoek onderworpen, niet in het minst omdat er wel wat smeuïge anekdotes te vertellen waren. Over financiële wantoestanden, schulden, onschuldige koorknapen, familievetes…
Wie “Google Books” raadpleegt vindt diverse publicaties met informatie over de familie van Beethoven waar Van Ryn zich op kon baseren. Enkele voorbeelden: “Biographie universelle des musiciens” (1861), “Revue Brittanique” (1861), “Notice sur l’origine du célèbre compositeur L. van Beethoven” (Ed. Grégoire, Antwerpen 1863), “Musikalisches Wochenblatt” (1872), in het Nederlandse taalgebied, “De Navorscher” (1882), enz.
Laat wel duidelijk zijn dat het Van Ryn niet om de sensatie te doen was; hij wilde vooral de Vlaamse roots van Beethoven in de verf zetten. Het was niet omdat Ludwig van Beethoven in Bonn geboren was, dat hij een Duitser was!!! Daarom ook de verwijzing naar de Luikenaars Grétry en Franck, die - net zoals later de Brusselaars Jacques Brel en Jean-Philippe Smet, de Hasseltse Fabienne Demal en de Oostendenaar Arno Hintjens - door onze zuiderburen als echte, originele Fransen beschouwd worden.
In september 1935 publiceert een zekere Ph. Van Boxmeer* een 6 pagina’s lang artikel in “De Brabantsche Folklore” met als titel 'Het muzikaal atavisme van den beroemden van Beethoven en zijn Brabantsche voorouders'. De eerste twee pagina’s gaan over hoe bepaalde eigenschappen – een goed gehoor in het geval van Beethoven – zich genetisch kunnen ontwikkelen over een aantal generaties heen.
De volgende 4 pagina’s gaan over zijn opzoekingen naar de voorouders van de componist en de bevestiging dat die te vinden zijn in Brabant en – later – Mechelen. Dit is het integrale stuk:

Wij hebben reeds met nauwkeurigheid bepaald dat zijn voorouders sinds de 16de eeuw verbleven in onze Brabantsche dorpen, waar zij weldra deelnemen aan de eenvoudige koorzangen in hun kerkjes. Ze worden aldus aangetroffen te Campenhout en te Haecht, in de onmiddellijke nabijheid, waar de school bijzonder bloeiend was. Later verwerft een familielid, Hendrik van Beethoven, een echte meestersfaam te Putte, waar hij koster-organist was.
Vervolgens trekken de van Beethovens naar de stad. Ze worden nl. aangetroffen te Antwerpen, dat er zich langen tijd op beroemde de wieg gedragen te hebben van den grootvader van den meester, en ook te Mechelen, waar het eerst de vlam opflakkerde van den muzikalen aanleg der familie — Lodewijk van Beethoven werd er inderdaad geboren in 1684. Het was voor hun familie een weinig vleiend feit, dat Mijnheer R. van Aerde toeliet de ongegrondheid te bewijzen van hetgeen er te Antwerpen beweerd werd, om definitief de geboorte aan te geven als plaats gehad hebbende in de laatste dezer steden.
Bij deze gelegenheid mag het wel gezegd worden dat genealogische opzoekingen verre van sinecuur zijn ; dikwijls gaat het hier om het vinden van een naald in een bussel hooi. Het is slechts met een jobsgeduld, één voor één de spiertjes verleggend, dat het doel kan bereikt worden. Als de naald er dan in steekt is 't nog niets, doch dikwijls dient ze gezocht te worden in de hussel er nevens ! In de genealogie van Beethoven hebben we aldus twee oorspronkelijke voorbeelden van middelen die kunnen leiden tot de oplossing van dit soort raadsel.
Om de juistheid te bewijzen van de Mechelsche afkomst, waarvan hooger sprake, moesten sommige dagvaardingen ontdekt worden, die uit Mechelen vertrokken en geadresseerd waren: “Au Sieur Louis van Beethoven, musicien du Cabinet de sa grandeur le prince Electeur de Cologne á Bonn, et á son frère Corneille van Beethoven marchant y établi également”. Daarom waren het waarschijnlijk zijzelf niet die de schulden maakten waarvan betaling geëischt werd in deze missives ; het was hun vader die, om aan vervolging te ontsnappen, er niets anders op gevonden had dan met de noorderzon te vertrekken. Zich verwijderend uit zijn geboortestad, begaf hij zich naar zijn reeds in Duitschland gevestigde zoons. Armoede is nooit schande ; zij bleef het aandeel van de familie, zoolang er iemand van leefde, niettegen-staande soms de fortuin hun gunstig scheen. De meester zelf is feitelijk zooveel als arm gestorven.
Hoe zijn wij er echter in gelukt, eens den voorvader van Mechelen gevonden, nog verder op te klimmen ?
Zooals wij reeds zegden troffen wij vóór dien tijd in verscheidene Brabantsche dorpen talrijke personen aan die den naam van Beethoven droegen ; dit interesseerde ons des te meer, daar er hierbij twee waren die rechtstreeks tot onze familie behoorden. Later hebben wij geweten dat zij afstamden van een voorvader van den meester. Bovengenoemde Lodewijk van Beethoven was te Mechelen gekend als zijnde de zoon van Michiel en de kleinzoon van Cornelius en van Catharina Leempoels of van Leempoel. Hier hield de zekerheid op.
Vanwaar kwam deze Cornelius ?
Wij vonden er verscheidene en op meer dan een plaats, die allen den vereischten ouderdom hadden, zoodat een keuze tusschen al deze homoniemen een echt verwarde zaak werd. De gegevens der registers in de parochiën bleken onvoldoende om de voorkeur aan een bepaalden persoon te geven en in de schepengriffies evenmin werd een stuk aangetroffen dat op zichzelf bewijskrachtig genoeg was. Ten langen laatste hadden wij het geluk een akte van 14den Maart 1676 te ontdekken, waardoor Cornelius van Beethoven van Mechelen en zijn vrouw Catharina Leempoels te Nederockerzeel een aldaar gelegen veld verkochten. Dit veld was volkomen goed bepaald wat ligging, oppervlakte en belendende perceelen betrof. Een voorgevoel bracht ons op den weg die naar de oplossing leidde. Eenvoudige stedelingen bezaten in dien tijd, evenmin als nu, onroerende goederen die ver afgelegen waren van hun verblijfplaats, of het moest zijn dat zij deze verkregen hadden door erfenis. De verkoop die door onzen Mechelaar gedaan werd, deed ons deze laatste mogelijkheid veronderstellen en dit bracht ons weldra tot de ontdekking van hetzelfde stuk land, dat juist op dezelfde wijze als hierboven beschreven werd in een akte van 13den Februari 1637. Het behoorde tot het 5de lot dat toegewezen werd aan Sarah Hasaerts, bij de verdeeling der goederen van haar ouders. Deze nu was de echtgenoote van Marcus van Beethoven die van haar een zoon had die Cornelius heette en die te Berthem geboren werd den 20sten October 1641 ; deze laatste was dus oud genoeg om kinderen gehad te hebben te Mechelen van 1677 tot 1684, zooals deze ons bekend zijn uit de parochiale registers van deze stad.
Dit bewijs scheen ons voldoende om onze keuze te bepalen. Constateeren we dat zijn vader Marcus eerst kinderen had te Leuven in 1635 en in 1637, dat de Cornelius waarvan sprake daarna geboren werd te Berthem om zich later gaan te vestigen te Mechelen, doch dat zijn laatste kind geboren werd te Nederockerzeel waar hij teruggekeerd was : gemeente waar wij, samen met Bergh en Campenhout, nog tamelijk ver zijn voorgeslacht konden opsporen.
In zijn boek “La vie de Beethoven”, 1929, heeft Mijnheer Ed. Herriot, de uitstekende Fransche schrijver en staatsman, op blz. 268 bondig den uitslag onzer genealogische opzoekingen samengevat ; wij begrijpen echter niet waarom zij er onjuist in opgenomen werden. In afwachting dat in een volgende uitgave van dit werk de terechtwijzing zal verschijnen, geven wij hier thans verbeterd het voorgeslacht van den meester :
Hij werd geboren te Bonn den 17den December 1770 — Jan van Beethoven, echtgenoot van Maria Magdalena Keverig werd geboren te Bonn in Maart 1740 — Lodewijk van Beethoven, echtgenoot van Maria-Josepha Poll werd geboren te Mechelen den 5den Januari 1712 — Michiel van Beethoven, echtgenoot van Maria Louisa Stuyckens werd geboren te Mechelen den 15den Februari 1684 — Cornelius van Beethoven, echtgenoot van Catharina van Leempoel werd geboren te Berthem den 20sten October 1641 — Marcus van Beethoven, echtgenoot van Sarah Hasaerts werd geboren te Nederockerzeel omstreeks 1610 — Arnoldus van Beethoven en zijn echtgenoote Josina van Vlasselaer leefden te Campenhout in 1590 — Marcus van Beethoven en zijn echtgenoote Anna Smets leefden te Campenhout in 1571 — Jan van Beethoven ein-delijk, geboren omstreeks 1500, was de vader van voor-noemden Marcus.
Vóór dit jaar schijnen hun voorouders niet meer in de hierboven vermelde gemeenten verbleven te hebben en in de 17de eeuw is er ook van de van Beethoven’s geen sprake meer.
De familienaam doet denken aan “Beethof”, doch wij meenen dat hij eerder betrekking heeft op de heerlijkheid van Bethoven, Betouw of Betuwe. Bij Tongeren hebben wij het kasteel van Betho, wat hetzelfde is als het hof van Betho, Bethof en Beethoven. Deze familie voerde tot wapen : een gouden Balk op een blauw zilver klokkenveld (vaar) met kelen keper overheen.
In zijn “sceaux armoriés” citeert De Raadt een Elisabeth van Beethoven, moeder van Jan van Kersbeke ; wiens wapen op een blauw zilver klokkenveld (vaar) een schildje met uitgesneden kruis droeg. Een pastoor van Meldert heette van Beethoven ; zoo wij dezen vermelden dan is het omdat wij onlangs in de Rijksbibliotheek, afdeeling der Handschriften, fonds Hauwaert, register II, 6496, blz. 545, een akte van 14den September 1460 vonden, die in hoofdzaak geeft : “Lybertus de Meldert filius quondam Lyberti de Melden, milites, promisit dare Lyberto de Beethoven, filius Walteri, 600 dr Reynds”. Register d 14, fol. 33, van de inschrijving aan de Leuvensche Universiteit, signaleert op 28sten Februari 1531, een “Walterus de Beethoven de Rotrem, Leodn. dioc.” Beet-hoven wordt nog aangetroffen tusschen de kwartieren van dame Marguerite de Wide, barones van Jauche en van het land van Assche, geboren in het kasteel van Wide in 1460, echtgenoote van ridder Jean de Cotereau.
De laatste van Beethoven, met name Jan, die wij vermeld vonden in het register van Campenhout, behoorde waarschijnlijk tot deze familielijn ; doch hoe ? Het is waar, alles samen genomen zou de roem van den befaamden toondichter er niets bij winnen.
PH. VAN BOXMEER.
* een aantal zinnen in het artikel laten vermoeden dat de auteur van het artikel Philippe Van Boxmeer (1863-1955) is, de stadsbouwmeester van Mechelen tussen 1893 en 1913.
De Beethoven-stamboom die door Ph. Van Boxmeer uitgewerkt werd, houdt tot op vandaag grotendeels stand en kan gecheckt worden bij tientallen onderzoekers op bv. “Geneanet”, “MyHeritage”, “Genealogieonline”, en andere websites.
Op de website van “De Ware Vrienden van het Archief” kunnen we ook de voorouders van Catlijn Van Leempoel terugvinden: haar vader Rijckaert (Richard) en haar grootvader en overgrootvader die allebei Petrus heetten en in de Leuvense Sint-Gertrudiskerk gedoopt zijn.

Drie opeenvolgende generaties:
boven de doopakte van Petrus Leempoels op 11.10.1588 in Sint-Geertrui in Leuven.
onder links de doopakte van Rijckaert Leempoel in Sint-Rombout in Mechelen op 02.12.1612
onder rechts de doopakte van Catlijn Van Leempoel, in Sint Rombout in Mechelen, op 21.11.1642.
De met zekerheid oudst gekende voorvader van Joannes Leempoels en Rosalia Van Achten – de stamouders van de huidige Leempoels in en rond Rotselaar en Werchter – was betovergrootvader Henricus Van Leempoel. Hij was zo goed als zeker afkomstig uit Wilsele, en trouwde op 7 februari 1750 in Holsbeek met Anna Borgions. Van Anna kennen we nog 4 generaties voorouders, tot eind 16e eeuw. Die van Henricus zijn momenteel nog een mysterie. Hij kan met grote zekerheid in de buurt van Holsbeek geplaatst worden want Anna en Hendrik zijn getrouwd met dispensatie in de derde graad. Anders gezegd: de pastoor wist van gemeenschappelijke overgrootouders.

Minder goed nieuws: Oostenrijkse soldaten plunderden de pastorij van Wilsele in december 1790 en in 1914 was er een verwoestende brand in het gemeentehuis, waarbij de oude parochieregisters verloren gingen. Daardoor gaapt er een kloof van ruim 80 jaar tussen Hendrik en Anna en de generatie van Catlijn en haar broers. Dat zijn minstens drie “verloren” generaties om met zekerheid een verwantschap met Jef Leempoels en alle hedendaagse “neven en nichten” aan te tonen.
Voor wie het wil proberen: er is voldoende speelruimte om dat probleem te omzeilen. In zuiver mannelijke lijn kan het via de 5 kleinzonen van Petrus x Katlijn Vanden Berge (Jan °1611, Rijkcaert °1612, Nicolaas °1615, Michiel °1618 en Peter °1621). In andere lijnen (lees: andere familienamen) kan dat ook via zijn twee dochters Anna x Rijckaert Vander Bruggen of Maria x Jan Berckmans. En uiteraard ook via de respectieve echtgenotes (Coppens, Van Bouchout en Cornelis of Van Malcot, Vanden Berghe en Van Hove)

Het verhaal van Beethoven duikt ook op in een stukje van Bettina de Cosnac, een Duits-Franse journaliste en schrijfster, die zich vooral in societykringen beweegt. Op haar website “Monumentum Nostrum” publiceert ze korte bijdragen over kastelen en tuinen die ze bezoekt en over haar gesprekjes met hun eigenaars.
Op een bepaald ogenblik is de Cosnac ook in Reynel geweest, op het kasteel dat door Walter Leempoels gerenoveerd werd. Uit haar gesprek met Anne Leempoels, de oudste dochter van Walter en dus een achternichtje van Jef, heeft ze dit onthouden:
“Mais l'histoire de famille est plus riche que ne laisse soupçonner le château. « Nous sommes apparentés à Ludwig v. Beethoven » nous explique Anne Leempoels et sort une généalogie faite maison « Il paraît que l'arrière ou l'arrière-arrière-grand-mère du compositeur était une Leempoels ». Soit. Plus sûr est que l'industriel belge donne à la France des inventions heureuses comme des bâtons à glace en bois pour Miko, un fabricant de glace installé également en Haute Marne.*
Dat ene woordje « soit » is de kortst mogelijke, zij het cynische, versie van de vraag “Is Jef Leempoels verwant aan Ludwig Van Beethoven?” Iets correcter is: “Mogelijk, maar nog niet onweerlegbaar aangetoond.”
* In het artikel van B. de Cosnac is ook te lezen dat Walter Leempoels de stokjes maakte voor MIKO, de ijsjesfabriek van de familie Ortiz in Saint-Dizier. Tegenwoordig is de fabriek onderdeel van Unilever, die de ijsjes in België verdeelt onder de merknaam “Ola” (Magnum)


Comments